ECLI:NL:RBDHA:2023:20462
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.M. Kuipers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving
In de zaak tussen [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. F. Lavell, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. N. Schoonbrood, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker had op 14 november 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublin-regelgeving.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 december 2023, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn waarnemer mr. J.W.F. Menick en tolk S. Parvez. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in een verwante zaak (NL23.35985).
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 december 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.