ECLI:NL:RBDHA:2023:20466

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
SGR 22/7521
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van WIA-uitkering na herbeoordeling arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering door het UWV. Eiseres, die voorheen als DKW medewerker werkte, had zich op 22 februari 2019 ziek gemeld en was per 19 februari 2021 in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering. Het UWV heeft haar uitkering per 3 januari 2022 omgezet naar een WGA-loonaanvullingsuitkering, maar heeft deze per 25 november 2022 beëindigd, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het UWV heeft het besluit gehandhaafd na een herbeoordeling door een verzekeringsarts.

De rechtbank heeft de medische situatie van eiseres op 25 november 2022 beoordeeld en geconcludeerd dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres op dat moment minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsarts B&B alle relevante klachten van eiseres had meegenomen in haar beoordeling. Eiseres had aangevoerd dat zij meer beperkingen had dan door het UWV was vastgesteld, maar de rechtbank volgde de argumentatie van de verzekeringsarts en oordeelde dat er geen reden was om aan de vastgestelde FML te twijfelen.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de beëindiging van de WIA-uitkering door het UWV standhoudt. Eiseres heeft geen recht op vergoeding van proceskosten of griffierecht, omdat zij in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/7521

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. E. Weijer),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. T. Rook).

Inleiding

Het UWV heeft de loongerelateerde WGA [1] -uitkering van eiseres per 3 januari 2022 omgezet naar een WGA-loonaanvullingsuitkering, waarbij wordt uitgegaan van een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
In bezwaar heeft het UWV dit besluit herroepen en de WIA [2] -uitkering per 25 november 2022 beëindigd, omdat eiseres per 3 januari 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 13 oktober 2022.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met twee verweerschriften en een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B).
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres heeft voor het laatst gewerkt als DKW medewerker bij een supermarkt voor 34,50 uur per week. Op 22 februari 2019 heeft eiseres zich ziek gemeld voor dit werk vanwege gezondheidsklachten. Per einde wachttijd, 19 februari 2021, is eiseres in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering, waarbij zij volledig arbeidsongeschikt werd verklaard op medische gronden. Wegens het bereiken van de maximumduur van de loongerelateerde WGA-uitkering wordt aan eiseres bij het primaire besluit zoals genoemd in de inleiding medegedeeld dat zij vanaf 3 januari 2022 recht heeft op een WGA-loonaanvullingsuitkering.
2. De (ex-)werkgever van eiseres heeft hiertegen bezwaar ingediend, omdat het UWV onder andere geen actueel verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek ten grondslag heeft gelegd aan dit besluit. Daarop heeft verzekeringsgeneeskundig onderzoek plaatsgevonden. Een verzekeringsarts van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn per
3 januari 2022. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat eiseres per die datum nog steeds volledig arbeidsongeschikt is op medische gronden. Het UWV maakt in een brief van
11 maart 2022 het voornemen kenbaar om het bezwaar ongegrond te verklaren, omdat eiseres nog altijd volledig arbeidsongeschikt is.
3. De (ex-)werkgever heeft in zijn zienswijze bezwaar gemaakt tegen het voornemen in de brief van 11 maart 2022. Een verzekeringsarts B&B en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts B&B zijn de beperkingen niet juist vastgesteld. Eiseres heeft wel benutbare mogelijkheden en deze zijn door de verzekeringsarts B&B vastgelegd in de FML van 20 juli 2022. Op basis van deze FML heeft de arbeidsdeskundige B&B vastgesteld dat er drie functies (en twee reservefuncties) zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen doen. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres met de middelste van de drie functies (meer dan) 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziek meldde. Dit betekent dat eiseres 0% arbeidsongeschikt is. Het UWV heeft in de brief van 26 juli 2022 het voornemen om de WIA-uitkering te beëindigen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kenbaar gemaakt aan eiseres en de (ex-)werkgever.
4. Eiseres heeft in haar zienswijze bezwaar gemaakt tegen het voornemen in de brief van 26 juli 2022. Een verzekeringsarts B&B heeft opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts B&B zijn de beperkingen juist vastgesteld. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat vindt het UWV

5. Het UWV vindt dat eiseres op 3 januari 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten de WIA-uitkering met ingang van 25 november 2022 te beëindigen.
6. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op de rapporten van een verzekeringsarts B&B van 20 juli 2022 en 12 oktober 2022. De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 20 juli 2022.
7. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige B&B van 27 juli 2022
.

Wat vindt eiseres

8. Eiseres is het niet eens met het UWV. Eiseres verwijst naar hetgeen zij in bezwaar heeft aangevoerd en verzoekt dit als herhaald en ingelast te beschouwen. Eiseres is van mening dat zij per datum in geding geen benutbare mogelijkheden had en dat zij 80 tot 100% arbeidsongeschikt was, in ieder geval meer dan 35%. Zij is van mening dat het UWV het bestreden besluit onvoldoende heeft gemotiveerd. Eiseres vindt het daarnaast opvallend dat de verzekeringsarts in beroep dezelfde is als de verzekeringsarts in bezwaar. Het zou volgens haar zuiverder zijn als het UWV de beoordeling in beroep aan een andere verzekeringsarts had overgelaten. Eiseres kampt op de datum in geding met de volgende klachten: ongespecificeerde voedings- of eetstoornis, ADHD, posttraumatische stressstoornis (inclusief posttraumatische stressstoornis bij kinderen van zes jaar en jonger) en NAH (niet-aangeboren hersenletsel). Deze volgen volgens eiseres uit de overgelegde medische verklaring van 9 december 2022 van T. Touw, systeemtherapeut en W. van der Hulst, verpleegkundig specialist van GGD Rivierduinen Eetstoornissen Usula. Als gevolg van het niet aangeboren hersenletsel (NAH) kampt eiseres onder andere met een geheugenstoornis en cognitieve beperkingen. Als gevolg van voornoemde medische klachten ondervindt eiseres diverse beperkingen in het dagelijks leven. Zo is zij angstig om gezien te worden of als dom te worden aangemerkt, waardoor zij zich beter voordoet (zij komt verbaal sterk over), wat maakt dat zij snel wordt overschat. Verder lukt het haar niet om voldoende te eten en te drinken door de eetstoornis. Eiseres slaapt mede door de PTSS erg slecht, ondanks vermoeidheid. Zij tracht, uit angst te vereenzamen, sociaal contact op te pakken. Zij raakt dan echter al snel overprikkeld en kan niet goed haar grenzen aangeven. Boodschappen doet zij niet zelf, omdat zij dan paniekaanvallen krijgt. Ook is dit lastig in verband met haar eetstoornis. Verder ervaart eiseres veel spanning. Zo kan zij niet stil zitten, heeft zij een vastzittende nek en kan zij zich niet focussen op gesprekken. Eetbuiten en braken gebruikt zij als spanningsregulator. Vanwege haar PTSS heeft zij veel moeite met haar lichaam, waardoor douchen en wassen haar veel tijd kosten. Ook kan dit bij haar leiden tot zelfbeschadigend gedrag. Door ondervoeding en een slechte voedingstoestand kampt eiseres met diverse lichamelijke klachten, is zij snel vermoeid en heeft zij moeite met concentreren en vasthouden van de aandacht. Eiseres vindt, anders dan de verzekeringsarts heeft aangegeven, dat uit voorgaande blijkt dat er sprake is van disfunctioneren ten aanzien van zelfverzorging in het dagelijks leven, in het samenlevingsverband en ten aanzien van sociale contacten. Door de verzekeringsarts zijn niet al deze klachten meegenomen, waardoor de ernst van de medische klachten zijn onderschat en de FML niet klopt. In de FML hadden volgens eiseres meer beperkingen moeten worden aangenomen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. Eiseres heeft een expertiserapport van het Medisch Expertisecentrum Rotterdam overgelegd. Doordat haar beperkingen niet goed zijn vastgesteld in de FML acht zij de functies die de arbeidsdeskundige heeft geduid niet passend. De functie Medior soldering operator is volgens eiseres niet passend omdat zij geen Engels kan lezen en last heeft van trillende handen.

Wat vindt de rechtbank

9. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 25 november 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
10. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 3 januari 2022 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is (en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering). Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
11. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar dat wat zij in bezwaar heeft aangevoerd
,overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
Medische grondslag van het bestreden besluit
Het onderzoek
12. Anders dan eiseres is de rechtbank van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennisgenomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Zij heeft eiseres gezien en onderzocht op een spreekuur en informatie opgevraagd bij de behandelaren. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
13. Het UWV geeft aan dat het sinds jaar en dag gebruikelijk is dat de verzekeringsarts B&B die een bepaalde zaak in de bezwaarfase heeft behartigd ook in beroep de honneurs waarneemt. Het UWV ziet niet in dat dit niet zuiver zou zijn. De werkwijze is praktisch omdat de verzekeringsarts B&B de zaak al eerder bestudeerd heeft en dat scheelt tijd. De rechtbank kan het UWV hierin volgen.
De beoordeling van de belastbaarheid
14. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 3 januari 2022 in de rapporten op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De verzekeringsarts B&B stelt dat ten onrechte is gesteld dat eiseres op de datum in geding ‘geen benutbare mogelijkheden’ heeft wegens sterk wisselende mogelijkheden. Zij geeft aan dat dit niet uit de aanwezige gegevens kan worden opgemaakt. Dit geldt ook voor een periode van niet of nauwelijks zelfredzaam zijn. Een sterk wisselend beloop is ook niet kenmerkend bij de aanwezige aandoeningen. Ook voldoet zij niet aan één van de uitzonderingscategorieën, zoals beschreven in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (hierna: Schattingsbesluit). Bij eiseres is sprake van psychische klachten op basis van een andere gespecificeerde eetstoornis, PTSS en ADHD. Daarnaast is, zoals de neuroloog stelt, sprake van NAH dat zich uit in impulsiviteit. Voor deze klachten worden beperkingen aangenomen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. Volgens de verzekeringsarts B&B is er uitgaande van de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid geen medische indicatie om een urenbeperking aan te nemen bij passende arbeid rekening houdend met de beperkingen. Er is namelijk geen sprake van een objectiveerbare stoornis in de energiehuishouding of structureel verminderde beschikbaarheid door het moeten ondergaan van voorgeschreven tijdrovende behandeling. Ook is er vanuit preventief oogpunt geen noodzaak tot het aannemen van een urenbeperking.
15. In het nadere rapport van 9 januari 2023 heeft de verzekeringsarts B&B gemotiveerd waarom de beroepsgronden van eiseres van 21 december 2022 en de informatie van de behandelaars die eiseres in beroep heeft ingestuurd geen aanleiding geven om de FML aan te passen. De verzekeringsarts B&B heeft uitgebreid toegelicht waarom er geen reden is voor extra beperkingen in de FML-rubrieken persoonlijk functioneren, sociaal functioneren en werktijden. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen.
16. Op 17 augustus 2023 heeft eiseres een expertiserapport van een psycholoog en psychiater van het Medisch Expertisecentrum Rotterdam (MEC) van 11 augustus 2023 overgelegd. Uit het expertiserapport blijkt volgens eiseres dat haar medische klachten veel ernstiger zijn dan waar het UWV vanuit is gegaan en dat er meer beperkingen zijn. Het MEC heeft de volgende diagnoses gesteld: PTSS met dissociatieve kenmerken, ongespecificeerde voedings- of eetstoornis, persisterende depressieve stoornis en andere persoonlijkheidsstoornis (gemengde persoonlijkheidstrekken). Het MEC acht gespecialiseerde GGZ-hulp geïndiceerd. Betaald werk behoort voorlopig niet tot de mogelijkheden. Het MEC acht het raadzaam dat eiseres opbouwt in de vrijwillige sfeer, zodat zij wel structuur, sociale verbondenheid en waardering kan ervaren, maar waarbij ook rekening kan worden gehouden met haar ernstige beperkingen.
17. Met het rapport van 29 augustus 2023 heeft de verzekeringsarts B&B op het expertiserapport gereageerd. Ten aanzien van de stelling van de psychiater van het MEC dat het eiseres op dit moment feitelijk niet lukt om zonder hulp in haar dagelijkse levensbehoefte te voorzien, stelt de verzekeringsarts B&B dat het moment van de expertise door de psychiater ruim een half jaar na de datum in geding is. Ten tijde van de datum in geding was eiseres nog wel in staat om zonder hulp in haar dagelijkse levensbehoeften te voorzien. Zij was ADL-zelfstandig, deed het huishouden en de boodschappen zelf, zorgde zelf voor het eten, deed twee keer in de week vrijwilligerswerk en reed auto. Vervolgens merkt de verzekeringsarts B&B op dat het niet de expertise is van de psychiater om arbeidsbeperkingen vast te stellen, maar de expertise van de verzekeringsarts. De verzekeringsarts B&B licht gemotiveerd toe waarom zij de voorgestelde extra beperkingen uit het expertiserapport niet overneemt. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen.
18. Eiseres heeft op 29 september 2023 aanvullende gronden ingediend. Het rapport van de verzekeringsarts B&B (
de rechtbank begrijpt: het rapport van 29 augustus 2023) staat vol onjuistheden en de daarin opgenomen conclusies zijn onvoldoende gemotiveerd. Ook de eerdere rapporten van 20 juli 2022, 12 oktober 2022 en 9 januari 2023 bevatten onjuistheden. Eiseres voert aan dat de verzekeringsarts B&B onvoldoende inzichtelijk en overtuigend heeft gemotiveerd waarom het eerdere oordeel van de verzekeringsarts in het rapport van 16 februari 2022 onjuist is. Het standpunt van de verzekeringsarts B&B, dat er geen sprake is van sterk wisselende omstandigheden, is volgens eiseres onjuist. Daarnaast stelt eiseres dat er geen sprake is van volledige zelfredzaamheid. Verder is eiseres van oordeel dat een urenbeperking moet worden gesteld. Ten tijde van de datum in geding had zij één of twee behandelingen per week en was er sprake van overmatige recuperatiebehoefte. Uit de door haar ingevulde vragenlijst behorend bij het psychiatrisch onderzoek door het MEC blijkt volgens eiseres dat zij wel degelijk last heeft van geheugen- en concentratieproblemen. Dat eiseres een periode is staat is geweest om werkzaamheden als DKW medewerker te verrichten is volgens eiseres niet relevant, het zegt namelijk niets over de situatie per datum in geding.
19. Met het rapport van 31 oktober 2023 heeft de verzekeringsarts B&B op de hiervoor genoemde gronden van eiseres gereageerd. Verwijzend naar artikel 2, vierde lid, van het Schattingsbesluit stelt de verzekeringsarts B&B vast dat er geen sprake is van wisselende belastbaarheid. De wisselende belastbaarheid moet namelijk ten minste driemaal in een verzekeringsgeneeskundig onderzoek worden vastgesteld en bij eiseres is dat niet het geval. Verder legt de verzekeringsarts B&B uit dat uit de medische informatie waar eiseres naar verwijst niet kan worden opgemaakt dat er sprake is van wisselende mogelijkheden. Ten aanzien van de zelfredzaamheid stelt de verzekeringsarts B&B dat hetgeen eiseres heeft ingevuld bij de vragenlijst onvoldoende is om te stellen dat zij per datum in geding niet zelfredzaam is. De datum in geding ligt ongeveer tien maanden na de datum van het invullen van de vragenlijst. Daarnaast licht de verzekeringsarts B&B uitgebreid toe waarom er geen sprake is van het ontbreken van zelfredzaamheid. Ten aanzien van de duurbelastbaarheid geeft de verzekeringsarts B&B aan dat er inderdaad één tot twee keer per week behandeling plaatsvindt. Dit zou neerkomen op ongeveer twee uur per week. Dat is volgens de verzekeringsarts B&B niet dusdanig intensief dat eiseres niet ten minste 8 uur per dag beschikbaar is om te werken. Daarnaast stelt de verzekeringsarts B&B dat uit het dagverhaal niet gebleken is dat er sprake is van extra slaapbehoefte overdag. Over de geheugen- en concentratieproblemen stelt de verzekeringsarts B&B dat uit het onderzoek van de psychiater van het MEC niet blijkt dat de in de FML aangegeven beperkingen onvoldoende zijn. Ook bij het psychisch onderzoek in bezwaar is geen sprake van concentratie- of geheugenstoornissen. De rechtbank kan de verzekeringsarts B&B hierin volgen.
20. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B in de rapporten voldoende heeft gemotiveerd waarom er geen aanleiding is voor meer/verdergaande beperkingen in de FML. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 3 januari 2022 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
21. De functie Medior soldering operator (vallend onder Productiemedewerker industrie sbc-code 111180) is volgens eiseres niet passend omdat zij geen Engels kan lezen en last heeft van trillende handen. De verzekeringsarts B&B geeft aan dat trillende handen alleen geobjectiveerd kon worden als eiseres over triggers praatte. Zij hoeft in werk niet over de triggers voor haar klachten te praten waardoor er dus geen grond is voor een beperking in de FML. De rechtbank kan het UWV hierin volgen. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite gericht tegen de juistheid van de medische beperkingen en daarmee tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen. Dat eiseres geen Engels zou kunnen lezen maakt de functie volgens de rechtbank niet ongeschikt. Eiseres voldoet namelijk aan het opleidingsniveau en er is geen ervaring vereist. De rechtbank ziet geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
22. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 3 januari 2022
met de middelste van de drie geduide functies meer dan 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 0% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

23. Het UWV heeft terecht besloten om de WIA-uitkering van eiseres per 25 november 2022 te beëindigen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
24. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 21 december 2023 door mr. R.J. van Lochem, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.WGA = Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten.
2.WIA = Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.