ECLI:NL:RBDHA:2023:2062

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
C/09/640803 / FA RK 23-70
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opvolgende rechterlijke machtiging voor cliënt met dementieel syndroom en Parkinson

Op 25 januari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een opvolgende rechterlijke machtiging voor een cliënt met een dementieel syndroom op basis van young onset M. Parkinson met dopamine dysregulatiesyndroom. Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een verlenging van de machtiging voor de duur van twaalf maanden, zoals bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, geboren in 1969 in Duitsland, verblijft momenteel in een zorgaccommodatie en heeft te maken met ernstige psychogeriatrische aandoeningen die leiden tot een aanzienlijk risico op ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en verwaarlozing.

Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde datum zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de cliënt, zijn advocaat, de specialist ouderengeneeskunde en de mentor. De cliënt heeft verweer gevoerd tegen het verzoek, waarbij hij zijn wens om zijn vrijheid terug te krijgen benadrukte. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, terwijl de specialist ouderengeneeskunde de noodzaak van onvrijwillige zorg onderstreepte, gezien het wegloopgedrag van de cliënt en de risico's die daarmee gepaard gaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt 24 uur per dag hulp en toezicht nodig heeft en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. Gelet op het ontbreken van ziektebesef en -inzicht bij de cliënt, is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat de criteria voor verlening van de opvolgende machtiging zijn vervuld. De machtiging is verleend tot en met 25 januari 2024, en de beschikking is op 14 februari 2023 schriftelijk vastgelegd. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/640803 / FA RK 23-70
Datum beschikking: 25 januari 2023

Opvolgende rechterlijke machtiging

Beschikkingnaar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een opvolgende machtiging voor de duur van twaalf maanden als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

[betrokkene01] ,

hierna te noemen: cliënt,
geboren op [geboortedatum01] 1969 te [geboorteplaats01] , Duitsland,
wonende te [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats01] ,
advocaat: mr. B.S. van Haeften te 's-Gravenhage.

ProcesverloopHet procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 januari 2023.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 3 september 2021;
- de aanvraag voor een opvolgende machtiging aan het CIZ van 5 december 2022;
- de op 19 december 2022 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige arts, [naam01] , die cliënt met het oog op de machtiging kort te voren heeft onderzocht, maar niet bij diens behandeling betrokken was;
- het zorgplan van 5 december 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 januari 2023. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- de specialist ouderengeneeskunde, de heer [naam02] ;
- de mentor, mevrouw [mentor01] .
Betrokkene is ter zitting bijgestaan door een tolk in de Engelse taal.

Standpunten ter zitting

Door en namens cliënt is ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek. Cliënt wil graag zijn vrijheid terug. De afdeling ervaart hij als saai en onprettig. Verder erkent cliënt niet de gevaren die kunnen ontstaan als hij zich buiten de afdeling begeeft en de hulp van de accommodatie niet zou krijgen. Gelet hierop, bepleit de advocaat om afwijzing van het verzoek.
De mentor heeft ter zitting verklaard dat cliënt nu anderhalf jaar in deze accommodatie verblijft. Het verpleeghuis in Amsterdam waar hij eerder verbleef, kon hem niet voldoende zorg bieden, waardoor er gevaarlijke situatie ontstonden. Er is geprobeerd cliënt meer vrijheid te geven door middel van een GPS horloge, maar dit werkte niet voldoende. Daarnaast is hij niet meer in staat de medicatie goed in te nemen en bestaat er valgevaar.
De specialist ouderengeneeskunde heeft ter zitting aangevoerd dat de wens van cliënt om zijn vrijheid terug te krijgen begrijpelijk is, maar dat het kunnen toepassen van onvrijwillige zorg noodzakelijk is, alleen al gelet op het wegloop gedrag van cliënt.

Beoordeling

Op 24 augustus 2022 is door de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een accommodatie verleend tot en met 24 februari 2023.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat cliënt lijdt aan een
psychogeriatrische aandoening, te weten een dementieel syndroom op basis van young onset M. Parkinson met dopamine dysregulatiesyndroom
.
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Er is sprake van een aanzienlijk risico op ernstig nadeel door het wegloop- en dwaalgedrag van cliënt. Om lichamelijk letsel en verwaarlozing te voorkomen, heeft cliënt 24 uur per dag hulp en toezicht nodig bij onder andere het aanreiken van zijn eten en drinken. Na een periode van een stabiel gewicht, is er de laatste maanden weer sprake van een verdere gewichtsafname. Verder is er als gevolg van de Parkinson sprake van mobiliteitsstoornissen, waardoor er een verhoogd risico is op vallen en verlies van de zelfstandige mobiliteit.
De voortzetting van het verblijf in een accommodatie is noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de voortzetting van het verblijf in een accommodatie. Als gevolg van het ontbrekende ziektebesef en -inzicht accepteert cliënt geen hulp en verzet hij zich tegen het verblijf in het verpleeghuis.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een opvolgende machtiging tot voortzetting van het verblijf in een accommodatie als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de duur van twaalf maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een opvolgende machtiging tot voortzetting van het verblijf in een accommodatie ten aanzien van:

[betrokkene01] ,

geboren op [geboortedatum01] 1969 te [geboorteplaats01] , Duitsland,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 januari 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.M. Engbers, rechter, bijgestaan door K.S. Versteegen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 januari 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 februari 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.