ECLI:NL:RBDHA:2023:20667

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
28 december 2023
Zaaknummer
NL23.33729
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen overdrachtsbesluit aan Frankrijk

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een overdrachtsbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, dat op 24 oktober 2023 is genomen, houdt in dat de eiser zal worden overgedragen aan de autoriteiten van Frankrijk. De eiser, die niet zelf ter zitting verscheen, had een gemachtigde, mr. S.C. van Paridon, die eveneens niet aanwezig was. De rechtbank heeft het beroep behandeld en geconcludeerd dat de eiser geen procesbelang meer heeft, omdat uit het systeem bleek dat hij op 7 december 2023 met onbekende bestemming is vertrokken. Dit leidde tot de vooronderstelling dat de eiser niet langer prijs stelt op een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De rechtbank overwoog dat het aan de eiser was om aan te tonen dat deze vooronderstelling onjuist was, wat niet is gebeurd. Gezien het ontbreken van enige communicatie van de gemachtigde over het contact met de eiser, concludeerde de rechtbank dat er geen procesbelang meer was. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.33729
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. S.C. van Paridon),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

Procesverloop

In het besluit van 24 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder bepaald dat eiser zal worden overgedragen aan de autoriteiten van Frankrijk.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 15 december 2023 op zitting behandeld. Eiser is niet verschenen. Eisers gemachtigde is met voorafgaand bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of eiser procesbelang heeft.
2. Op 14 december 2023 heeft verweerder de rechtbank meegedeeld dat uit het systeem blijkt dat eiser op 7 december 2023 met onbekende bestemming (MOB) is vertrokken
.
3. De rechtbank overweegt dat na een melding van vertrek met onbekende bestemming de vooronderstelling geldt dat een vreemdeling niet langer prijs stelt op een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep tegen het bestreden besluit. Het ligt dan op de weg van de vreemdeling om aannemelijk te maken dat deze vooronderstelling onjuist is en daarmee dat er nog sprake is van procesbelang.
4. Eiser kan zijn procesbelang aannemelijk maken door te laten weten dat hij nog contact met zijn gemachtigde heeft. Dit impliceert dat de gemachtigde weet dat de vreemdeling nog in Nederland verblijft, waar hij verblijft en dat de gemachtigde met de vreemdeling contact heeft over de verdere voortgang van de procedure en de keuzes die in dit kader moeten worden gemaakt. [1]
5. Noch eiser zelf, noch zijn gemachtigde zijn ter zitting verschenen. Evenmin bevat het dossier een schriftelijke mededeling van de gemachtigde dat hij nog contact onderhoudt met eiser. Bij die stand van zaken concludeert de rechtbank dat eiser geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het door hem ingestelde beroep.
6. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding
7. Het beroep is niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 december 2023 door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en wordt geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Vergelijk in dit verband de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:579).