ECLI:NL:RBDHA:2023:20668

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
28 december 2023
Zaaknummer
NL23.22033
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opname in nationale asielprocedure en niet-ontvankelijkheid beroep

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 22 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van eiser, een Syrische nationaliteit hebbende persoon, om in de nationale asielprocedure te worden opgenomen. Eiser had op 5 juli 2023 een verzoek ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hij vroeg om opname in de nationale procedure. De staatssecretaris reageerde op 6 juli 2023 met de mededeling dat niet bij voorbaat vreemdelingen met een claim aan Italië zouden worden opgenomen in de nationale procedure. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief van de staatssecretaris van 6 juli 2023 niet is gericht op enig rechtsgevolg en daarom niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat er geen mogelijkheid was voor eiser om beroep in te stellen op grond van artikel 8:1 van de Awb. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat de staatssecretaris geen besluit heeft genomen waartegen beroep openstaat.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.22033

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser,

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Procesverloop

Eiser heeft bij brief van 5 juli 2023 verweerder verzocht hem in de nationale procedure op te nemen.
Bij brief van 6 juli 2023 heeft verweerder hierop gereageerd.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen de brief van 6 juli 2023
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Syrische nationaliteit. Op 26 december 2022 heeft hij een asielaanvraag ingediend.
2. Op 16 februari 2023 heeft verweerder de Italiaanse autoriteiten verzocht eisers asielaanvraag over te nemen. [2] Omdat de Italiaanse autoriteiten niet binnen de termijn van twee maanden hebben gereageerd, staat de verantwoordelijkheid van Italië op grond van artikel 22, zevende lid, van de Dublinverordening vast sinds 17 april 2023.
3. Eisers gemachtigde heeft, nadat de verantwoordelijkheid van Italië is komen vast te staan, bij brief van 5 juli 2023 verweerder verzocht om eiser alsnog in de nationale asielprocedure op te nemen. Verweerder heeft bij brief van 6 juli 2023 meegedeeld dat niet bij voorbaat vreemdelingen met een claim aan Italië zullen worden opgenomen in de nationale procedure, waarna eiser onderhavig beroep heeft ingesteld.
4. De brief van 6 juli 2023 van verweerder betreft een mededeling die niet is gericht op enig rechtsgevolg. Deze brief is daarom niet aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb.
5. Gelet op het voorgaande was er voor eiser geen mogelijkheid om beroep in te stellen op grond van artikel 8:1 van de Awb en is het beroep om die reden niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Op grond van artikel 13, eerste lid, van de Verordening (EU) nr. 64/2013 (Dublinverordening).