ECLI:NL:RBDHA:2023:20670
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging verblijf als Unieburger en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft eiseres op 23 mei 2023 beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 14 oktober 2022 haar verblijf als Unieburger heeft beëindigd. De staatssecretaris heeft op 26 april 2023 het bezwaar van eiseres afgewezen, maar heeft op 11 december 2023 het bestreden besluit ingetrokken. Eiseres heeft vervolgens haar beroep ter zitting ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft op 14 december 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren, maar eiseres zelf niet.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres eerder een verzoek om vrijstelling van griffierecht had ingediend, dat voorlopig was toegewezen. Dit verzoek is nu definitief toegewezen, waardoor eiseres geen griffierecht hoeft te betalen. De rechtbank heeft ook de proceskosten in de beroepsfase beoordeeld. Eiseres heeft verzocht om vergoeding van deze kosten, maar de staatssecretaris was niet bereid om deze te vergoeden, omdat het bestreden besluit was ingetrokken op basis van documenten die pas in beroep waren overgelegd.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres in de bezwaarfase al relevante documenten had overgelegd die haar verblijfsrecht als Unieburger onderbouwden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris de proceskosten van eiseres moet vergoeden, omdat de stukken die later zijn ingediend niet van doorslaggevend belang waren. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op €837 voor de rechtsbijstand bij het indienen van het beroepschrift, maar heeft geen vergoeding toegekend voor het verschijnen ter zitting. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.