ECLI:NL:RBDHA:2023:20672
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak van Unieburger
In de zaak tussen [naam verzoekster] als verzoekster en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van een besluit van de staatssecretaris van 14 oktober 2022, waarin het verblijf van verzoekster als Unieburger werd beëindigd. Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak wordt vermeld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.15321) die betrekking heeft op het beroep van verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.