Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een asielaanvraag. De verzoeker had tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond had afgewezen, beroep ingesteld. Na een wijziging van het bestreden besluit op 1 december 2022 heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien het bestuursorgaan gedeeltelijk aan de verzoeker is tegemoetgekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gewijzigde besluit mede is gebaseerd op de zienswijze van verzoeker, die in het oorspronkelijke besluit niet was meegenomen. Hierdoor is het verzoek om proceskostenveroordeling als kennelijk gegrond toegewezen.
De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 837, wat is gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De beslissing houdt in dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.