ECLI:NL:RBDHA:2023:20787
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.L.M. Steinebach - de Wit
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor verblijf bij familie- of gezinslid met Turkse nationaliteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023, wordt het beroep van eiser, een Turkse nationaliteit houder, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd beoordeeld. De aanvraag was gericht op verblijf bij een familie- of gezinslid. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen op 30 december 2021, en deze afwijzing werd bevestigd in een besluit op bezwaar op 28 juli 2022. De rechtbank heeft het beroep op 14 november 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van de staatssecretaris aanwezig waren.
Eiser had eerder een verblijfsvergunning die in 2015 was ingetrokken wegens het achterhouden van gegevens, en hij had sindsdien meerdere aanvragen ingediend die allemaal waren afgewezen. De staatssecretaris stelde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en dat hij een gevaar voor de openbare orde vormde vanwege eerdere veroordelingen in Turkije en Duitsland. Eiser betwistte dit, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij voldeed aan de toelatingsvoorwaarden.
De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris de aanvraag terecht had afgewezen en dat er geen schending van het recht op privéleven was, zoals bedoeld in artikel 8 van het EVRM. Eiser kreeg geen proceskostenvergoeding en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.