ECLI:NL:RBDHA:2023:2109
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een asielaanvraag. De verzoeker, een Eritrese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 31 januari 2023 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-regelgeving.
Tegen dit besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 21 februari 2023 in Groningen, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M. Weerman. Tijdens de zitting was ook een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft de zaak samen met een andere zaak (NL23.3053) behandeld.
In de uitspraak van dezelfde dag in de andere zaak is door de rechtbank al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.