ECLI:NL:RBDHA:2023:2117
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Italië
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door verweerder niet in behandeling genomen op basis van de claim dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL23.2038, en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 21 februari 2023, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S.J. de Vries, en een tolk. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. B.H. Werink. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening samen met het beroep behandeld.
De voorzieningenrechter heeft op 23 februari 2023 uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.