In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 december 2023, wordt een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [kind], behandeld. De zaak is aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden, die ernstige zorgen heeft over de veiligheid en ontwikkeling van [kind]. De kinderrechter heeft op 15 december 2023 al een voorlopige ondertoezichtstelling verleend en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een periode van twee weken goedgekeurd. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 december 2023, met gesloten deuren, zijn de betrokken partijen, waaronder de moeder van [kind] en haar advocaat, aanwezig geweest. De kinderrechter heeft met [kind] gesproken en zijn wensen en zorgen in overweging genomen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld, zoals beschreven in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De situatie van [kind] is zorgwekkend, vooral gezien zijn betrokkenheid bij de drillrapscene en eerdere incidenten die zijn veiligheid in gevaar hebben gebracht. De Raad heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing in een jeugdhulpaanbieder, wat door de kinderrechter is toegewezen. De kinderrechter benadrukt het belang van een veilige omgeving voor [kind] en de noodzaak van een plaatsing buiten de regio om zijn ontwikkeling te waarborgen.
De beslissing houdt in dat [kind] voorlopig onder toezicht wordt gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met ingang van 28 december 2023 tot 15 maart 2024. Tevens wordt een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor dezelfde periode. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.