ECLI:NL:RBDHA:2023:21235
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel. De voorzieningenrechter behandelt tevens het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser. Verweerder heeft de asielaanvraag met het bestreden besluit van 10 oktober 2023 niet in behandeling genomen. De rechtbank houdt in deze zaak geen zitting, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, heeft met onbekende bestemming de locatie verlaten zonder de verweerder te informeren over zijn verblijfplaats. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat eiser geen procesbelang meer heeft bij het beroep, aangezien hij niet langer prijs stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland. De rechtbank verklaart zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, in aanwezigheid van A.E. Wadman, griffier, en is openbaar gemaakt. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift indienen als hij het niet eens is met de uitspraak op het beroep.