ECLI:NL:RBDHA:2023:21238

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
NL23.29737 en NL23.29738
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De voorzieningenrechter behandelt tevens het verzoek om een voorlopige voorziening. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 12 september 2023 afgewezen, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft geen zitting gehouden en oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is.

Eiseres, die stelt de Somalische nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1974, heeft geen concrete aanknopingspunten aangedragen die erop wijzen dat er in Frankrijk sprake is van tekortkomingen in het asiel- en opvangsysteem. De rechtbank wijst erop dat, hoewel er problemen zijn met de opvang van asielzoekers in Frankrijk, deze niet zodanig ernstig zijn dat eiseres bij overdracht aan Frankrijk een reëel risico loopt op een schending van artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

De rechtbank concludeert dat de vergelijking met een eerdere uitspraak van 15 september 2023 niet opgaat, omdat de individuele omstandigheden van eiseres wezenlijk verschillen van die van de desbetreffende vreemdeling. Eiseres is een alleenstaande vrouw, terwijl de andere vreemdeling zorg droeg voor een baby. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen connexiteit meer is. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.29737 en NL23.29738
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres/verzoekster (hierna: eiseres)

(gemachtigde: mr. M.S. Nizamoeddin),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De voorzieningenrechter beoordeelt in deze uitspraak het verzoek om een voorlopige voorziening van eiseres. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 12 september 2023 niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag. [1]

Beoordeling door de rechtbank

Geen zitting
2. De rechtbank houdt in deze zaak geen zitting. Het beroep is namelijk kennelijk ongegrond. [2] Hieronder legt de rechtbank dit uit.
Waar gaat deze zaak over?
3. Eiseres stelt de Somalische nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] 1974. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan.
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Hoewel de hoogste bestuursrechter in het algemeen uitgaat van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, loopt eiseres bij overdracht naar Frankrijk een reëel risico op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM [3] en artikel 4 van het Handvest [4] . Eiseres is een kwetsbare vrouw van bovengemiddelde leeftijd en in Frankrijk zal zij het risico lopen dat ze (tijdelijk) geen toegang tot opvang zal hebben. Ook blijkt uit het AIDA-rapport dat eiseres als Dublinterugkeerder obstakels zal ondervinden ten aanzien van de opvangfaciliteiten. Eiseres verwijst naar een recente uitspraak van 15 september 2023 [5] , waar het beroep gegrond werd verklaard en de betreffende vreemdeling, net zoals eiseres, een kwetsbare vrouw was. Verweerder dient dan ook nader onderzoek te verrichten naar de concrete situatie in Frankrijk, voordat er kan worden overgegaan tot overdracht.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. In Dublinzaken geldt het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit houdt in dat verweerder er als uitgangspunt op mag vertrouwen dat andere lidstaten zich houden aan hun verplichtingen uit het Unierecht en mensenrechtenverdragen. De hoogste bestuursrechter heeft in april 2023 [6] nog bevestigd dat er ten aanzien van Frankrijk van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag worden uitgegaan. Van dit uitgangspunt wordt slechts afgeweken indien eiseres aannemelijk maakt dat het asiel- en opvangsysteem dusdanige tekortkomingen vertoont dat zij bij overdracht aan Frankrijk een risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest.
5.1
Naar het oordeel van de rechtbank is eiseres hierin niet geslaagd. Eiseres heeft geen concrete aanknopingspunten aangedragen op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat er aanleiding bestaat voor het oordeel dat er in Frankrijk sprake is van aan het systeem gerelateerde tekortkomingen van de asielprocedure en opvangvoorzieningen. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij na overdracht geen opvang zal krijgen. Uit de laatste update van het AIDA-rapport kan weliswaar worden opgemaakt dat er problemen zijn (geweest) met de opvang van asielzoekers in Frankrijk, maar niet is gebleken dat die problemen dermate structureel en ernstig zijn, dat in tegenstelling tot de eerdere uitspraken van de Afdeling [7] , eiseres bij overdracht aan Frankrijk op voorhand een reëel risico op een schending van artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest zal lopen.
5.1
Voorts overweegt de rechtbank dat de vergelijking van eiseres met de situatie van de vreemdeling uit de uitspraak van 15 september 2023 niet opgaat, nu de individuele omstandigheden van eiseres wezenlijk verschillen met die van de desbetreffende vreemdeling. Eiseres is immers een alleenstaande vrouw, in tegenstelling tot de desbetreffende vreemdeling die zorg droeg over een negen maanden oude baby. Frankrijk heeft met het claimakkoord gegarandeerd om eiseres haar verzoek om internationale bescherming in behandeling te nemen, met inachtneming van de verschillende Europese richtlijnen. Bij voorkomende problemen betreffende de opvangvoorzieningen in Frankrijk is het aan eiseres om zich te beklagen bij de daartoe geëigende instanties, dan wel bij de (hogere) autoriteiten. Niet is gebleken dat dit onmogelijk is.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond.
8. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, nu is beslist op het beroep en er niet langer sprake is van connexiteit.
9. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van A.E. Wadman, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak op het beroep, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden. Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
2.Zie artikel 8:54, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
4.Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.