ECLI:NL:RBDHA:2023:2124
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Polen
Op 23 februari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had tegen een besluit van 23 januari 2023 beroep ingesteld, waarin de staatssecretaris had besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.2050.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 21 februari 2023 behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is de situatie besproken, maar de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep van de verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.