ECLI:NL:RBDHA:2023:21328

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
C/09/633557 / HA ZA 22-689
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J.-A. Seinen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake toewijzing van schadevergoeding en wettelijke rente in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Den Haag op 6 september 2023 een herstelvonnis gewezen in de zaak tussen Aqua-Vrijsen Algemene Aanneming BVBA en Tugeo B.V. Aqua-Vrijsen, de eisende partij, had de rechtbank verzocht om het vonnis van 9 augustus 2023 op twee punten te herstellen. Ten eerste betrof dit een bedrag van € 8.188,86 dat ten onrechte niet in het dictum was opgenomen. Ten tweede ging het om de toewijzing van de wettelijke rente, waarvan Aqua-Vrijsen meende dat deze onterecht was geformuleerd in het dictum.

Tugeo, de gedaagde partij, erkende dat het verzoek met betrekking tot het bedrag van € 8.188,86 kon worden toegewezen, maar betwistte de toewijzing van de wettelijke handelsrente. De rechtbank oordeelde dat het niet opnemen van het bedrag van € 8.188,86 in het dictum een kennelijke fout was en dit verzoek werd toegewezen. Wat betreft de wettelijke rente oordeelde de rechtbank dat er geen sprake was van een kennelijke verschrijving en dat de tekst van de beslissing ruimte voor interpretatie bood.

Daarnaast had Tugeo verzocht om een bedrag van € 6.190,- in mindering te brengen op de schadevergoeding, omdat dit bedrag al aan Aqua-Vrijsen was voldaan. De rechtbank wees dit verzoek af, omdat uit de stukken bleek dat Tugeo niet had voldaan aan haar contractuele verplichtingen. De rechtbank besloot uiteindelijk Tugeo te veroordelen tot betaling van het bedrag van € 8.188,86, vermeerderd met wettelijke rente, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door rechter C.J.-A. Seinen op 6 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Zaaknummer: C/09/633557 / HA ZA 22-689
Vonnis o.g.v. artikel 31 Rv van 6 september 2023
in de zaak van
AQUA-VRIJSEN ALGEMENE AANNEMING BVBA,
te 3530 Houthalen-Helchteren (België),
eisende partij,
hierna te noemen: Aqua-Vrijsen,
advocaat: mr. W.E. Widdershoven te Maastricht,
tegen
TUGEO B.V.,
te Nieuwkoop,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Tugeo,
advocaat: mr. P. Koeslag te Schijndel.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van 9 augustus 2023,
- de brief van Aqua-Vrijsen van 16 augustus 2023,
- het bericht van Tugeo van 16 augustus 2023,
- het bericht van Aqua-Vrijsen van 16 augustus 2023.
1.2.
Ten slotte is de datum bepaald waarop dit herstelvonnis wordt gewezen.

2.De verdere beoordeling

Verzoeken van Aqua-Vrijsen
2.1.
Aqua-Vrijsen heeft de rechtbank verzocht het vonnis op twee punten te herstellen.
Ten eerste meent zij dat het in rechtsoverweging 4.25 toegewezen bedrag van € 8.188,86 ten onrechte niet in het dictum is opgenomen. Ten tweede meent zij dat in rechtsoverweging 4.26 de wettelijke rente is toegewezen, zodat de in het dictum opgenomen veroordeling tot betaling van de gewone wettelijke rente een kennelijke verschrijving is.
2.2.
Tugeo erkent dat het verzoek ten aanzien van de € 8.188,86 kan worden toegewezen, maar meent dat het verzoek voor wat betreft de wettelijke handelsrente moet worden afgewezen. Wettelijke handelsrente is niet van toepassing op schadevergoeding, zodat de rechtbank volgens Tugeo terecht de gewone wettelijke rente. Van een kennelijke verschrijving is volgens Tugeo geen sprake.
2.3.
De rechtbank is het met partijen eens dat zij in het dictum vergeten is het bedrag van € 8.188,86 toe te wijzen. Gelet op de tekst van rechtsoverweging 4.25 is dit een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Dit verzoek wordt daarom toegewezen.
2.4.
Ten aanzien van de wettelijke handelsrente laat de tekst van de beslissing ruimte voor interpretatie. Enerzijds luidt de kop “
Wettelijke rente” terwijl het niet ongebruikelijk is om ook in de kop over wettelijke handelsrente te spreken als die wordt toegewezen; anderzijds overweegt de rechtbank in 4.26 dat “
de gevorderde rente” over de hoofdsom slechts kan worden toegewezen met ingang van de datum van dagvaarding. Van een kennelijke verschrijving is daarom geen sprake.
2.5.
Ten overvloede overweegt de rechtbank het volgende. Ook als zij het verzoek zou moeten begrijpen als een verzoek tot aanvulling op grond van artikel 32 Rv, zou de rechtbank het afwijzen, gelet op HR 8 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3106, r.o. 5.2.2.
Verzoek van Tugeo
2.6.
Tugeo meent dat een bedrag van € 6.190,- ten onrechte is toegewezen, omdat Tugeo dit bedrag al aan Aqua-Vrijsen heeft voldaan. Zij verwijst daarvoor naar alinea 41 van haar conclusie van antwoord. Tugeo meent dat dit een kennelijke verschrijving betreft en verzoekt de rechtbank die te herstellen door het bedrag van € 6.190,- in mindering te brengen op de schade.
2.7.
Aqua-Vrijsen meent dat Tugeo het juridisch niet eens is met het vonnis, maar dat artikel 31 en 32 Rv zich daarvoor niet lenen. Zij conformeert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.8.
De rechtbank zal het verzoek van Tugeo afwijzen.
In alinea 41 van haar conclusie van antwoord staat dat Tugeo heeft gekozen voor creditering van de opdrachtsom van € 6.190,-, dat zij daarmee heeft voldaan aan haar contractuele verplichting en dat zij daarom niet gehouden is tot vergoeding van schade. De rechtbank heeft in rechtsoverweging 4.22 van het vonnis overwogen dat niet is gebleken dat Tugeo de geleverde aardwarmtesondes conform artikel 13.1 MUV door deugdelijke sondes heeft vervangen. Van een kennelijke omissie of verschrijving is daarom geen sprake.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt Tugeo – in aanvulling op het dictum van het vonnis van 9 augustus 2023 – tot betaling aan Aqua-Vrijsen van een bedrag van € 8.188,86, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 27 juli 2022 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Dit vonnis is gewezen door C.J-A. Seinen en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023.