In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 13 maart 2023, is de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [kind 1] vastgesteld bij de moeder. De rechtbank heeft overwogen dat, ondanks het gebrek aan contact tussen de vader en [kind 1], er een nauwere verwantschap bestaat tussen hen dan tussen [kind 1] en haar stiefvader. De moeder heeft verzocht om de hoofdverblijfplaats van [kind 1] bij haar te bepalen, en de rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, gezien de stabiliteit en veiligheid die de moeder kan bieden. De vader heeft verweer gevoerd, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat de huidige situatie in het belang van [kind 1] is.
Daarnaast heeft de rechtbank de kinderalimentatie vastgesteld op € 250,- per maand, te betalen door de vader aan de moeder, met ingang van 23 augustus 2022. De rechtbank heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld en vastgesteld dat de gezamenlijke draagkracht voldoende is om in de behoefte van [kind 1] te voorzien. De rechtbank heeft geen rekening gehouden met de draagkracht van de stiefvader, omdat de nauwere verwantschap tussen de vader en [kind 1] zwaarder weegt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.