ECLI:NL:RBDHA:2023:21546

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
C/09/638994 / FA RK 22-8147
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om eenhoofdig gezag over minderjarige kinderen na beëindiging van de relatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toewijzing van eenhoofdig gezag over de minderjarige kinderen van partijen, na de beëindiging van hun affectieve relatie in april 2022. De vader verzocht om mede belast te worden met het gezag over [minderjarige 2], terwijl de moeder verzocht om het gezamenlijk gezag over [minderjarige 1] te beëindigen en haar alleen met het gezag te belasten. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder verzoekschriften en verweerschriften van beide partijen, en heeft de zaak op 23 februari 2023 ter zitting behandeld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder van rechtswege alleen met het gezag over [minderjarige 2] is belast en dat partijen gezamenlijk het gezag over [minderjarige 1] uitoefenen. De vader stelde dat hij bij de geboorte van [minderjarige 2] vergeten was het gezamenlijk gezag te regelen en dat de moeder nu weigert mee te werken. De moeder voerde aan dat er sprake was van intieme terreur door de vader, wat de veiligheid van haar en de kinderen in gevaar zou brengen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de relatie en de opvoeding van de kinderen zorgvuldig gewogen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er voldoende gronden zijn om de moeder met het eenhoofdig gezag over [minderjarige 1] te belasten en het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over [minderjarige 2] af te wijzen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de kinderen al klem en verloren zijn geraakt tussen de ouders en dat gezamenlijk gezag in deze situatie niet in het belang van de kinderen zou zijn. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 22-8147
Zaaknummer: C/09/638994
Datum beschikking: 23 maart 2023

Gezag

Beschikking op het op 22 november 2022 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. A.J.M.H. de Werd te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. N.P.J.M. Kreté-Marres te ’s-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- het bericht van 11 januari 2023, met bijlagen, van de zijde van de vader;
- het verweerschrift, tevens houdende een zelfstandig verzoek;
- het bericht van 22 februari 2023, met bijlage, van de zijde van de moeder.
Op 23 februari 2023 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
- de vader met zijn advocaat;
- de moeder met haar advocaat;
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Feiten

- Partijen hebben tot omstreeks april 2022 een affectieve relatie met elkaar gehad.
- Zij zijn samen de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2015 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2017 te [geboorteplaats] .
- De moeder is van rechtswege alleen met het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] belast. Sinds de aantekening in het gezagsregister van 4 mei 2015 oefenen partijen gezamenlijk het gezag over [minderjarige 1] uit.
- De kinderen verblijven feitelijk bij de moeder.
- Op het moment van de zitting was tussen partijen tevens een procedure voorlopige voorzieningen aanhangig, en een bodemprocedure met nummer C/09/641100 / FA RK 23-199.

Verzoek en verweer

De vader verzoekt hem mede te belasten met het gezag over [minderjarige 2] , voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader stelt dat dat hij bij de geboorte van [minderjarige 2] is vergeten om het gezamenlijk gezag te regelen. Inmiddels zijn partijen sinds 2022 uit elkaar en weigert de moeder mee te werken om het gezamenlijk gezag alsnog tot stand te laten komen. Volgens de vader gebruikt de moeder het gezag nu in de onderhandelingen van de afwikkeling van de financiële gevolgen van de relatie. Voorts stelt de vader dat hij altijd nauw betrokken is geweest, en in het vervolg wil zijn, bij de opvoeding van de kinderen. Daar past gezamenlijk gezag bij. Er is volgens hem geen sprake van één van de hierboven genoemde uitzonderingsgronden die maken dat gezamenlijk gezag niet zou kunnen worden toegewezen.
De moeder heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Daarnaast heeft zij zelfstandig verzocht:
primair:
- het gezamenlijk gezag over [minderjarige 1] te beëindigen en de moeder alleen te belasten met het gezag over [minderjarige 1] en voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad;
subsidiair:
- professor C. de Ruiter , dan wel een door de rechtbank te benoemen deskundige, te benoemen die deskundig is op het gebied van intieme terreur en als psycholoog middels de
Masic methodeeen onderzoek kan doen en de rechtbank kan adviseren of eenhoofdig gezag dan wel gezamenlijk gezag in het belang van de kinderen is en iedere beslissing ten aanzien van het gezag aan te houden in afwachting van de uitkomst van dit onderzoek;
kosten rechtens.
De moeder stelt hiertoe het volgende. Tijdens de relatie van partijen was sprake van intieme terreur. De machtsverhoudingen in hun relatie zijn altijd scheef geweest, wat onder meer is ontstaan doordat de vader vermogend is. De vader heeft een agressie-regulatiestoornis en is hiervoor ook behandeld bij de Waag. Helaas heeft deze therapie de vader niet geholpen en heeft de vader deze agressie ook richting de kinderen geuit. [minderjarige 2] is aangemeld bij ‘ Storm en Spetters ’ bij Youz om de agressieve houding en het geschreeuw van de vader te verwerken en voor [minderjarige 1] loopt de aanmelding voor de ‘ Kids club’ bij Youz . Door alle spanningen die de kinderen en de moeder jarenlang hebben doorgemaakt, zitten [minderjarige 2] en [minderjarige 1] inmiddels al klem en verloren tussen de ouders. De moeder verwacht dat dit bij gezamenlijk gezag voor beide kinderen alleen maar erger zal worden en is bang dat de vader het gezamenlijk gezag zal gebruiken om zijn machtspositie te vergroten. Als voorbeeld heeft de moeder aangedragen dat de vader recentelijk heeft geweigerd zijn toestemming te verlenen voor een vakantie van de moeder met de kinderen naar Bali . De vader was bang zijn dat de moeder daar met de kinderen wilde blijven. Volgens de moeder is daar geen sprake van en weigert de vader enkel toestemming te geven om druk uit te oefenen op de moeder.

Beoordeling

Gezag
Wettelijk kader
Uit artikel 1:253c, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat de tot het gezag bevoegde vader van het kind, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de rechtbank kan verzoeken de ouders gezamenlijk met het gezag te belasten. Het verzoek kan worden afgewezen als zich een van de in lid 2 van dit artikel opgenomen gronden voordoet. Dit artikel moet in de situatie van [minderjarige 2] worden toegepast.
Op grond van het eerste lid van artikel 1:253n BW, kan de rechtbank het gezamenlijk gezag beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Alsdan bepaalt de rechtbank aan wie van de ouders voortaan het gezag over het kind toekomt. Het eerste en derde lid van artikel 1:251a BW worden van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit artikel is van toepassing op de situatie van [minderjarige 1] .
Beide verzoeken worden in beginsel aan dezelfde inhoudelijke gronden getoetst, zij het dat in de situatie van [minderjarige 1] een wijziging van omstandigheden noodzakelijk is ten opzichte van het moment dat de vader samen met de moeder met het gezag werd belast. Het verzoek tot gezamenlijk gezag kan worden afgewezen, dan wel het verzoek tot eenhoofdig gezag kan worden toegewezen, indien:
( a) er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of;
( b) dit anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
Ontvankelijkheid
Ten aanzien van het verzoek van de moeder inzake [minderjarige 1] overweegt de rechtbank dat voldoende is komen vast te staan dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden sinds het tot stand komen van het gezamenlijk gezag, nu de relatie tussen de ouders in 2022 is beëindigd. Daarom zal de rechtbank de moeder ontvangen in dit verzoek.
Inhoudelijk
Op basis van de stukken en hetgeen is besproken op de zitting, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende grond bestaat om de moeder met het eenhoofdig gezag over [minderjarige 1] te belasten en het verzoek van de vader om met het gezamenlijk gezag over [minderjarige 2] te worden belast af te wijzen. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Niet in geschil tussen partijen is dat er veel ruzies en spanningen zijn geweest tijdens hun relatie. De moeder heeft gesteld dat er tijdens de relatie sprake was van door de vader jegens haar gepleegde intieme terreur. Zij heeft onder verwijzing naar eerdere whatsappberichten tussen partijen van 2020 en 2022, overgelegd in productie 7, 8 en 9 van het verweerschrift, het gezinsplan van jeugdzorg waarin is opgenomen dat de veiligheid door iedereen als ‘0’wordt ervaren en dit betekent niet veilig en een factsheet intieme terreur, alsmede in productie 3 gemotiveerd opgesomd dat en waarom er sprake is van 10 van de 11 in de factsheet genoemde rode vlaggen: stalking, bedreiging met de dood, wapenbezit of gebruik van wapens, recent gewelddadig gedrag, geweld tijdens de zwangerschap, gedwongen seks, poging verwurging, verstikking of verdrinking, extreme angst bij het slachtoffer dat haar leven of dat van haar kinderen in gevaar is, slachtoffer durft niet te spreken in de buurt van de (ex)partner of toont angst voor de (ex)partner, toename van escalatie van ernst of frequentie van geweld.
De vader heeft tijdens de zitting bevestigd dat er tijdens de relatie veel ruzies waren, maar volgens de vader hadden beide partijen daar een aandeel in en probeert de moeder hem nu allerlei gedragingen in de schoenen te schuiven. Voorts heeft de vader uitdrukkelijk betwist dat hij de kinderen heeft geslagen. De vader heeft benadrukt dat de relationele problemen tussen partijen betrekking hadden op hun relatie als partners onderling en niet in hun hoedanigheid van ouders van de kinderen.
Gezien het voorgaande heeft de vader naar het oordeel van de rechtbank niet (voldoende) weersproken dat sprake was van een door hem jegens de moeder gepleegde intieme terreur. De vader heeft immers niet weersproken dat hij een agressie-regulatiestoornis heeft en hiervoor ook is behandeld bij de Waag en dat dit hem niet heeft geholpen, dat hij heeft geschreven van plan te zijn een psycholoog te benaderen maar dat hij dit niet heeft gedaan, dat de moeder 112 heeft moeten bellen in verband met een door hem gecreëerde onveilige situatie, dat de door de moeder overgelegde WhatsAppberichten daadwerkelijk tussen hen zijn gewisseld en dat het gezinsplan van jeugdzorg (waarin alle betrokkenen de veiligheid als ‘0’ hebben gekwalificeerd) afkomstig is. Uit de WhatsApp-berichten kan het door de moeder gestelde patroon van intieme terreur voldoende worden afgeleid. Voor wat betreft het aandeel van de moeder in de verstoorde verstandhouding kan daaruit niet meer of anders worden afgeleid dan dat zij de vader confronteert met zijn gedrag en dat zij hierop door de vader als ‘kil’ wordt beschouwd. De door de moeder gestelde scheve machtsverhouding tussen partijen heeft de vader op zichzelf niet betwist. Voldoende gebleken is voorts dat de spanningen in de gezinssituatie die hierdoor zijn ontstaan hun weerslag hebben gehad op de kinderen, wat onder meer blijkt uit hun aanmelding bij Youz . Hoewel de vader heeft betwist de kinderen te hebben geslagen, staat wel vast dat de hulp bij Youz voor de kinderen gericht is op de gevolgen van huiselijk geweld. De rechtbank komt hierom in deze situatie, met de moeder, tot de conclusie dat de kinderen al klem en verloren zijn geraakt tussen de ouders en dat, gelet op hetgeen in het verleden tussen partijen is voorgevallen, de angst van de moeder voor de vader en de bij de man aanwezige problematiek, niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering in komt. Voldoende gebleken is bovendien dat de eerste gezagskwestie na het verbreken van de relatie meteen problemen opleverde doordat de vader hiertegen bezwaar maakte, met als gevolg dat de kinderen niet op vakantie zijn geweest naar Bali . De man heeft tegenover de betwisting van de moeder niet voldoende onderbouwd dat er gegronde redenen waren te vermoeden dat de moeder met de kinderen in Bali zou blijven. Gelet op al het voorgaande kan gezamenlijke gezagsuitoefening in redelijkheid niet (meer) van de moeder worden verlangd. Dat het standpunt van de moeder met betrekking tot het gezamenlijk gezag uitsluitend gedreven zou zijn door financiële motieven heeft de vader, gezien al hetgeen hiervoor is overwogen, tegenover de betwisting door de moeder, niet aannemelijk gemaakt, nog daargelaten dat haar standpunt in deze procedure naar verwachting uiteindelijk meer proceskosten voor haar zal meebrengen dan als zij met de wens van de vader op dit vlak zou instemmen.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat genoegzaam gebleken is dat de moeder het, ook al vindt zij dat lastig, contact tussen de vader en de kinderen stimuleert en dat zij de huidige omgangsregeling tussen de vader en de kinderen (rekening houdend met de belastbaarheid van de vader) zelf heeft geïnitieerd. Zij heeft verder verklaard zich voor het behoud van het contact tussen de vader en de kinderen te willen blijven inzetten. Hierom is de verwachting gerechtvaardigd dat deze gezagsbeslissing het contact tussen de vader en de kinderen niet negatief zal beïnvloeden.
De rechtbank zal het primaire verzoek van de moeder toewijzen en het verzoek van de vader afwijzen. Aan het subsidiair verzoek van de moeder komt de rechtbank daarom niet toe.
Proceskosten
Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren als hierna vermeld.

BeslissingDe rechtbank:

bepaalt dat voortaan alleen aan de moeder het gezag zal toekomen over [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2015 te [geboorteplaats] ;
verklaart deze gezagsvoorziening uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J. Alt-van Endt, kinderrechter, bijgestaan door
mr. V.K.M. Hanssen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 maart 2023.