ECLI:NL:RBDHA:2023:21564
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag en afwijzing verzoek voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, een Algerijnse vreemdeling. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 1 juni 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 4 juli 2023 zijn eiser en zijn gemachtigde echter niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn asielaanvraag op 3 juli 2023 heeft ingetrokken, wat betekent dat hij geen procesbelang meer heeft in deze beroepsprocedure. De rechtbank oordeelt dat het beroep daarom niet-ontvankelijk is, aangezien eiser heeft aangegeven geen prijs meer te stellen op de bescherming die hij aanvankelijk zocht. Hierdoor is er ook geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening, die eveneens wordt afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 juli 2023 en tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.