In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een 88-jarige Zuid-Afrikaanse vrouw, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij haar dochter, referente, in Nederland te kunnen wonen. De aanvraag werd afgewezen omdat verweerder van mening was dat er geen beschermwaardig gezinsleven bestond tussen eiseres en referente. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom er geen sprake was van een beschermwaardig gezinsleven. Eiseres woont al meer dan twee jaar bij referente en heeft medische zorg nodig, wat haar afhankelijkheid van referente vergroot. De rechtbank wees erop dat de leeftijd en de gezondheidstoestand van eiseres, evenals de zorg die zij van referente ontvangt, belangrijke factoren zijn die in de beoordeling moeten worden meegenomen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van eiseres opnieuw moeten worden afgewogen. Tevens werd het verzoek om vrijstelling van het griffierecht toegewezen, en eiseres kreeg een vergoeding van haar proceskosten.