1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kantonrechter te Den Haag van 20 augustus 2021 en de daarin vermelde processtukken, waarin de kantonrechter een op 17 maart 2021 door [verzoeker] ingediend verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor in de stand waarin deze zich destijds bevond heeft verwezen naar Team Handel van deze rechtbank;
- het op 15 oktober 2021 ter griffie van Team Handel ingekomen en vervolgens op 7 januari 2022 aangepaste verzoekschrift van [verzoeker] tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor;
- de brief van mr. Scheimann van 14 april 2022, met producties;
- het verweerschrift van Enver, met producties;
- het verweerschrift van de pleegouders, met producties;
- het verweerschrift van de Staat, met producties;
- het proces-verbaal van de op 21 april 2022 gehouden mondelinge behandeling, ter gelegenheid waarvan mr. Weermeijer-Patist zich aan de zaak heeft onttrokken en de rechtbank de behandeling van de zaak heeft aangehouden, zodat [verzoeker] een nieuwe advocaat kan zoeken;
- de beslissing van de meervoudige wrakingskamer van deze rechtbank van 11 juli 2022, waarin [verzoeker] niet-ontvankelijk is verklaard in zijn bij e-mails van 21 april 2022 en 10 mei 2022 schriftelijk ingediende wrakingsverzoek;
- de brief van mr. Mikes van 8 november 2022, met productie;
- het proces-verbaal van de op 1 december 2022 gehouden voortzetting van de mondelinge behandeling, ter gelegenheid waarvan [verzoeker] de rechter opnieuw heeft gewraakt;
- de beslissing van de meervoudige wrakingskamer van deze rechtbank van 22 december 2022, waarin [verzoeker] niet-ontvankelijk is verklaard in zijn wrakingsverzoek en is bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van [verzoeker] in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen;
- de op 19 oktober 2023 gehouden voortzetting van de mondelinge behandeling, ter gelegenheid waarvan de zaak inhoudelijk is behandeld.