In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 22 november 2023, wordt het beroep van een Guinese eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die van Guinese nationaliteit is, heeft op 20 augustus 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd op 15 mei 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 13 oktober 2023 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is. Eiser heeft verklaard dat hij Guinee heeft verlaten vanwege de economische situatie en discriminatie op basis van zijn etniciteit, de Sousou. Hij heeft verschillende incidenten van geweld en discriminatie door de Malinke-groep beschreven. De rechtbank concludeert echter dat de eiser niet voldoende heeft aangetoond dat de problemen die hij heeft ondervonden het gevolg zijn van discriminatie. De rechtbank stelt vast dat de verweerder de afwijzing van de asielaanvraag deugdelijk heeft gemotiveerd en dat er geen gegronde vrees voor vervolging is.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de aanvraag van de eiser terecht is afgewezen als ongegrond. De eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is informatie gegeven over de mogelijkheid van hoger beroep bij de Raad van State.