ECLI:NL:RBDHA:2023:21897
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake aanvraag Anw-uitkering
In deze zaak heeft eiseres, na de afwijzing van haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) door de Sociale Verzekeringsbank, beroep ingesteld. De aanvraag was afgewezen omdat eiseres minder dan 45% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres heeft in beroep herhaald dat zij aan alle verplichtingen heeft voldaan en dat de onderzoeken onzorgvuldig waren. De rechtbank heeft het beroep op 31 augustus 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat eiseres niet duidelijk heeft aangegeven waarom zij het niet eens was met het bestreden besluit. De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om het beroep aan te vullen, maar hier is geen gebruik van gemaakt. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 6:6 van de Awb.
De rechtbank heeft in haar beslissing geen aanleiding gezien voor een vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.E.M. de Coninck en is openbaar uitgesproken op 23 november 2023. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep aan te tekenen bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.