ECLI:NL:RBDHA:2023:21962
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. Th.H. Meeuwis en bijgestaan door mr. F.S. Boedhoe, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Maas, had echter besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 28 november 2023, waarbij de verzoeker aanwezig was en werd bijgestaan door een tolk, G.R. Mohamdi. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL23.35414) die betrekking had op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was er geen aanleiding meer om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.