ECLI:NL:RBDHA:2023:21964
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving
In de zaak tussen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en verzoekster, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, heeft de voorzieningenrechter op 8 december 2023 uitspraak gedaan. De staatssecretaris heeft op 10 november 2023 besloten de aanvraag van verzoekster niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 28 november 2023 behandeld, maar verzoekster is niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A. Maas.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.35607) die verband houdt met het beroep van verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 december 2023 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.