ECLI:NL:RBDHA:2023:21964

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
NL23.35608
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

In de zaak tussen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en verzoekster, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, heeft de voorzieningenrechter op 8 december 2023 uitspraak gedaan. De staatssecretaris heeft op 10 november 2023 besloten de aanvraag van verzoekster niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 28 november 2023 behandeld, maar verzoekster is niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A. Maas.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.35607) die verband houdt met het beroep van verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 december 2023 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.35608
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V nummer] , verzoekster (gemachtigde: mr. R.J.J. Flantua),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: mr. A. Maas).

Procesverloop

Bij besluit van 10 november 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.35607, op
28 november 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.35607, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
zaaknummer: NL23.35608
2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
08 december 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.