ECLI:NL:RBDHA:2023:22015
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.I.H. Kerstens - Fockens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag mvv-nareis door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, een Jemenitische vrouw, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had op 8 juli 2020 een aanvraag ingediend voor een mvv-nareis, die op 22 december 2021 door de staatssecretaris werd afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 18 augustus 2022 ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep instelde. De rechtbank behandelde het beroep op 14 maart 2023.
Eiseres en haar referent, die ook Jemenitisch is, hebben een gearrangeerd huwelijk en hebben elkaar slechts enkele keren ontmoet. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat er geen gezinsleven bestond dat voor herstel in aanmerking kwam op het moment van referent's binnenkomst in Nederland. De rechtbank stelde vast dat de staatssecretaris het beleid correct had toegepast en dat er geen sprake was van een werkelijk huwelijksleven, aangezien de communicatie tussen eiseres en referent voornamelijk op afstand plaatsvond.
De rechtbank verwierp ook de argumenten van eiseres over excessief formalisme en het ontbreken van een belangenafweging. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiseres werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.