ECLI:NL:RBDHA:2023:22052
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielzoekersopvang op basis van vermeende passende woonruimte en onzorgvuldige besluitvorming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor opvang in een asielzoekerscentrum (azc) beoordeeld. Eiser had op 28 februari 2023 beroep aangetekend tegen het besluit van verweerder, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa), dat zijn aanvraag op 1 februari 2023 had afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het besluit onzorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd. Eiser had eerder een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd gekregen en verbleef in een azc. Verweerder stelde dat eiser op 29 december 2022 had aangegeven te willen uitstromen, maar eiser betwistte dit en stelde dat hij nooit had willen uitstromen. De rechtbank constateert dat de verslagen van de gesprekken met eiser niet in het dossier zijn opgenomen, waardoor het onduidelijk blijft of er daadwerkelijk sprake was van passende huisvesting. De rechtbank vernietigt het besluit van verweerder en draagt deze op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, waarbij alle relevante gesprekken en criteria voor passende huisvesting in acht moeten worden genomen. Eiser krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 1.674,-.