ECLI:NL:RBDHA:2023:22202

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
C/09/651977 / FA RK 23-5733
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake gezamenlijke toegang ouders en echtscheiding met betrekking tot minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 september 2023 een tussenbeschikking gegeven in het kader van een procedure over gezamenlijke toegang van ouders na echtscheiding. De ouders, een vrouw met de Nederlandse en Britse nationaliteit en een man met de Zimbabwaanse en Britse nationaliteit, hebben samen twee minderjarige kinderen. De rechtbank heeft kennisgenomen van een deelnameformulier voor de pilot procedure gezamenlijke toegang ouders, dat door beide ouders is ondertekend. Tijdens de zitting op 4 september 2023 zijn beide ouders, hun advocaten en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders het niet eens zijn over de zorgregeling, kinderalimentatie en de afwikkeling van het huwelijkse vermogen. De rechtbank heeft besloten om de verzoeken aan te houden in afwachting van de uitkomst van een mediationtraject, dat is gestart om de communicatie tussen de ouders te verbeteren en tot concrete afspraken te komen. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, maar verdere beslissingen over de zorgregeling, gezagsgeschillen, kinderalimentatie en de afwikkeling van het huwelijkse vermogen zijn aangehouden tot een pro forma zitting op 15 september 2023. De rechtbank heeft de ouders verzocht om uiterlijk op die datum de stand van zaken te rapporteren.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 23-5733
Zaaknummer: C/09/651977
Datum beschikking: 11 september 2023

Procedure gezamenlijke toegang ouders

Beschikking op het op 3 augustus 2023 ingekomen deelnameformulier van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. A.F. Braun te Den Haag,
en

[de man] ,

de man,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. E.J. Kim-Meijer te Den Haag.

Procedure

De ouders hebben zich tot de rechtbank gewend voor het indienen van een door beide ouders ingevuld en ondertekend deelnameformulier ‘pilot procedure gezamenlijke toegang ouders’, met bijlagen. De ouders hebben ermee ingestemd dat de procedure wordt gevoerd volgens de ‘procesregels gezamenlijke toegang ouders’.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • voornoemd deelnameformulier, met bijlagen;
  • het F9-formulier van 24 augustus 2023 van de vrouw, met bijlagen.
Op 4 september 2023 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
  • de man, bijgestaan door zijn advocaat en vergezeld door de tolk (Engels) M. Uz;
  • [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Feiten

  • Partijen zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] 2015 te [plaatsnaam] , Groot-Brittannië.
  • Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2016 te [geboorteplaats] , Groot-Brittannië;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2018 te [geboorteplaats] , Groot-Brittannië.
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
  • De kinderen verblijven bij de moeder.
  • De vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit en is daarnaast Brits burger. De man heeft de Zimbabwaanse nationaliteit en is daarnaast Brits burger. De kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit en zijn daarnaast Brits burger.
  • Het door de vrouw ingediende echtscheidingsverzoek in de reguliere procedure (met zaak-en rekestnummer C/09/635296 FA RK 22-6131) is bij de rechtbank binnengekomen op 31 augustus 2022.
  • De man is ook de vader van de nu nog minderjarige [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2010 te Tanzania. [minderjarige 3] woont bij de man in [woonplaats 2] .

Verzoek en verweer

Partijen verzoeken allebei de echtscheiding uit te spreken.
Partijen zijn het niet eens over de verdeling zorg- en opvoedingstaken (zorgregeling), enige gezagsgeschillen, de kinderalimentatie en een punt met betrekking tot de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime.

Beoordeling

Echtscheiding, aanhechting ouderschapsplan en echtscheidingsconvenant
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de laatste gewone verblijfplaats van de echtgenoten in Nederland ligt en één van hen (de vrouw) daar nog verblijft, komt de Nederlandse rechter met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding rechtsmacht toe.
De rechtbank zal krachtens artikel 10:56, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding toepassen.
Inhoudelijke beoordeling
Beide ouders stellen dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, zodat de daarop steunende, over en weer gedane verzoeken tot echtscheiding als op de wet gegrond zullen worden toegewezen.
Partijen hebben een door hen beiden op 22 augustus 2023 ondertekend ouderschapsplan en echtscheidingsconvenant overgelegd. Op verzoek van partijen zal de rechtbank dit aanhechten aan de beschikking zodat het daarvan deel uitmaakt.
Zorgregeling en gezagsgeschillen
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op de verzoeken met betrekking tot de kinderen.
Inhoudelijke beoordeling
De kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de vrouw. Dat hebben partijen ook in het ouderschapsplan opgenomen. Partijen hadden een zorgregeling afgesproken waarbij de kinderen bij de man waren om het weekend van vrijdag uit de BSO tot zondag 16.00 uur. De man wil dat deze regeling geldt als zorgregeling waarbij partijen het halen en brengen bij helfte delen. De vrouw stelde oorspronkelijk voor dat de kinderen één weekend per vier weken bij de man zouden zijn. Gebleken is dat er momenteel geen contact tussen de man en de kinderen is en dat hij ze voor het laatst heeft gezien op 16 augustus 2023.
Partijen hebben in het ouderschapsplan opgenomen dat de rechtbank Den Haag beslist over de zorgregeling en over de plaats waar de paspoorten en identiteitskaarten van de kinderen worden bewaard. Verder verschillen partijen van mening over andere afspraken met betrekking de invulling van het ouderschap zullen vormgeven, waaronder de overdracht van de kinderen, de dagelijkse verzorging van de kinderen, de slaapplek van de kinderen, de bedtijden, (wijze van belijden van) religie en wijze waarop de kinderen worden afgebeeld op social media.
Op de zitting is uitvoerig met partijen gesproken over de visies en gevoelens van beide ouders. De Raad heeft op de zitting aan partijen geadviseerd om met elkaar in gesprek te gaan en de mogelijkheid tot het volgen van crossborder mediation opgeworpen. Na een korte schorsing hebben beide ouders aangegeven bereid te zijn om in crossborder mediation te gaan, met als doel de onderlinge communicatie te verbeteren en om te kunnen komen tot concrete afspraken over hervatting/wijziging van de zorgregeling.
Na de zitting heeft de griffier contact opgenomen met het Mediation Bureau Hilversum om het traject van crossborder mediation in gang te zetten. Het Mediation Bureau heeft vervolgens meteen contact met partijen en de advocaten opgenomen.
De rechtbank zal nog geen beslissing nemen met betrekking tot de zorgregeling en de overige gezagsgeschillen, in afwachting van het resultaat van de mediation.
Kinderalimentatie
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft met betrekking tot het echtscheidingsverzoek, heeft hij tevens rechtsmacht met betrekking tot het verzoek tot vaststelling van kinderalimentatie.
Op het verzoek tot vaststelling van kinderalimentatie zal de rechtbank op grond van artikel 3 van het Protocol van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen, Nederlands recht toepassen.
Inhoudelijke beoordeling
Partijen zijn het eens over de hoogte van de door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie van € 1.300,- per maand voor beide kinderen met ingang van 1 maart 2023. De man wil dat de wettelijke jaarlijkse indexering wordt uitgesloten en de vrouw wil dat de indexering wordt toegepast.
Omdat de rechtbank een tussenbeschikking afgeeft in afwachting van het resultaat van de mediation, zal de rechtbank nog geen beslissing nemen op dit punt.
Afwikkeling huwelijkse vermogen
Rechtsmacht
Aangezien de Nederlandse rechter op grond van Brussel II-bis rechtsmacht heeft met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding, heeft hij ook rechtsmacht ten aanzien van de
nevenverzoeken over het huwelijkse vermogen van partijen (artikel 5, eerste lid, Verordening huwelijksvermogensstelsels).
Inhoudelijke beoordeling
Door partijen worden drie ringen (trouwring van de vrouw, verlovingsring van de vrouw en ‘eternity ring’ van de vrouw) als vermogensbestanddelen gesteld die in de afwikkeling zouden moeten worden betrokken.
Omdat de rechtbank een tussenbeschikking afgeeft in afwachting van het resultaat van de mediation, zal de rechtbank nog geen beslissing nemen op dit punt.
Pro forma aanhouding
De rechtbank zal de verzoeken ten aanzien van de zorgregeling, de gezagsgeschillen, de kinderalimentatie en de afwikkeling van het huwelijkse vermogen aanhouden tot
15 september 2023 pro forma, in afwachting van het verloop van de mediation. Uiterlijk op de pro forma datum moeten de advocaten de rechtbank hebben bericht over de stand van zaken en over de gewenste voortgang van deze procedure en wat dat betekent voor de nog voorliggende verzoeken. De rechtbank zal dan bezien of een tweede zitting nodig is of dat kan worden volstaan met het schriftelijk uitlaten door partijen.

Beslissing

De rechtbank:
spreekt de echtscheiding uit tussen de man en de vrouw, gehuwd op [huwelijksdatum] 2015 te [plaatsnaam] , Groot-Brittannië;
bepaalt dat de door partijen getroffen onderlinge regeling met betrekking tot de minderjarigen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2016 te [geboorteplaats] , Groot-Brittannië;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2018 te [geboorteplaats] , Groot-Brittannië;
zoals neergelegd in het (in fotokopie) aan deze beschikking en door beide partijen ondertekende ouderschapsplan deel uitmaakt van deze beschikking;
bepaalt dat het (in fotokopie) aan deze beschikking en door beide partijen ondertekende echtscheidingsconvenant deel uitmaakt van deze beschikking;
verklaart deze beschikking – met uitzondering van het uitspreken van de echtscheiding – tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van
de zorgregeling, de gezagsgeschillen, de kinderalimentatie en de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime aan tot15 september 2023 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 september 2023.