ECLI:NL:RBDHA:2023:22296
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen Vreemdelingen Identiteitsbewijs type W2 door de minister van Asiel en Migratie
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een Vreemdelingen Identiteitsbewijs, type W of W2. De minister heeft deze aanvragen met besluiten van 26 februari 2024 afgewezen, en het bestreden besluit van 14 juni 2024 bevestigde deze afwijzing. De rechtbank heeft het beroep op 12 september 2024 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren. Eisers hebben verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat is toegewezen.
Eisers hebben twee asielprocedures doorlopen die niet hebben geleid tot vergunningverlening. Op 31 augustus 2016 is aan hen een terugkeerbesluit met een inreisverbod opgelegd. Op 4 maart 2022 kregen zij tijdelijk bescherming op grond van de richtlijn Tijdelijke Bescherming, maar dit recht werd op 18 november 2022 ingetrokken. De minister heeft de eerder verstrekte O-documenten ingenomen. Eisers hebben op 29 januari 2024 aanvragen voor een W(2)-document ingediend, maar deze zijn afgewezen omdat zij niet voldoen aan de voorwaarden van het Vreemdelingenbesluit 2000.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht geen W(2)-document heeft verstrekt, omdat eisers geen rechtmatig verblijf hebben. De rechtbank wijst de beroepsgronden van eisers af, waaronder de stelling dat de minister had moeten afwijken van het beleid. De rechtbank concludeert dat eisers zelf afstand hebben gedaan van hun O-documenten en dat er geen reden is om hen een W(2)-document te verstrekken. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en eisers krijgen geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.