5.3De inhoudelijke beoordeling
De toetsing van de beklagrechter in verband met de rechtmatigheid van het beslag en de voortduring van het beslag omvat de vraag of aan de eisen van de wet is voldaan, en of anderszins geen fundamentele beginselen zijn geschonden. Het beklag over de rechtmatigheid van de inbeslagneming dan wel voortduring van het beslag kan tevens betrekking hebben op de gevolgen van de eventuele overdracht van het beslag.
Voor wat betreft de vraag of is voldaan aan de eisen van de wet en of anderszins geen fundamentele beginselen zijn geschonden, dient te worden gekeken naar de bepalingen met betrekking tot de erkenning en uitvoering. Een eventuele toetsing die de rechter uitvoert, mocht een beroep worden gedaan op de zorgvuldigheidseis, kan niet anders dan marginaal zijn, en betreft enkel de zorgvuldigheid waarmee de officier van justitie zijn afweging heeft gemaakt.
Evenals in beklagprocedures naar aanleiding van beslag dat is gelegd in een Nederlands strafrechtelijk onderzoek behelst de toets van de rechter verder of het belang van strafvordering zich tegen teruggave verzet. Die toets blijft marginaal, nu de omstandigheid dat een staat een EOB uitvaardigt in een (kennelijk) lopend onderzoek of strafrechtelijke procedure voldoende is om dit strafvorderlijk belang aan te nemen. Het is immers niet aan de Nederlandse rechter om onderzoek te doen naar de gronden voor het uitvaardigen van het onderliggende rechtshulpverzoek.
De rechtbank stelt vast dat de Spaanse autoriteiten een EOB hebben uitgevaardigd, in het kader van een lopend strafrechtelijk onderzoek. Dit EOB is door de officier van justitie erkend en tenuitvoergelegd. Daarbij is gebruik gemaakt van de bevoegdheid als nee gelegd in artikel 94 en 104 Sv. De inzet van de bevoegdheden is naar Nederlands recht rechtmatig geschied en er doen zich geen weigeringsgronden als bedoeld in artikel 5.4.4 Sv voor.
Anders dan de advocaat van klager heeft gesteld, is de rechtbank van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen verband houden met hetgeen is vermeld in EOB. De Spaanse autoriteiten hebben in het EOB verzocht om:
-
"location of invoices, contracts, or other legal business on any medium that the investigated have carried out and that provide evidence of money laundering or crimes against the property of the defendants",
-
"location of effects, means, evidence, profits, as wel/ as the transformation that they might have suffered, which are related to the investigation, such as clothing or utensils predisposed for the committal of robberies at ATM's, as well as weapons, narcotic substances or other effects or any other type of product that could have been obtained as a result of the investigated crimes"en
-
"the seizure of all objects, assets, or proceeds of crime, mainly cash, above the minimum amounts established for the object of life support".
De in beslag genomen voorwerpen betreffen een aanzienlijk geldbedrag en (mogelijk) waardevolle voorwerpen, zodat deze binnen de reikwijdte van het EOB vallen. Dat geldt ook voor de in beslag genomen iPhones, nu de •informatie die op de telefoons staat van belang kan zijn voor het onderzoek.
Nu het onderzoek door de Spaanse autoriteiten blijkens navraag door de officier van justitie nog loopt, het EOB - anders dan het EAB - niet is ingetrokken, en de Spaanse autoriteiten niet hebben medegedeeld af te zien van het beslag, is er naar het oordeel van de rechtbank dan ook een voortdurend belang van strafvordering dat zich verzet tegen teruggave van de voorwerpen. Gelet op vorenstaande moet het beklag ongegrond worden verklaard.
Ten overvloede constateert de rechtbank dat de in artikel 5.4.10, vierde lid, Sv neergelegde wettelijke termijn van dertig dagen om tot een beschikking te komen, is overschreden. Dit heeft echter geen gevolgen voor de beoordeling van het beklag, nu deze krappe termijn - evenals de andere termijnen met betrekking tot het EOB - tot doel heeft de doorlooptijden in de internationale samenwerking te beknotten en niet het borgen van de belangen van individuele betrokkenen.