ECLI:NL:RBDHA:2023:22331

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
10288023 RL EXPL 23-1004
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid ADO Hospitality & Events B.V. voor schade door niet doorgaan festival

In deze zaak vordert eiser, een eenmanszaak genaamd Fiësta Coconut, schadevergoeding van ADO Hospitality & Events B.V. omdat een festival dat gepland was van 22 tot 24 juli 2022 op het terrein van ADO niet doorging. Eiser had een huurovereenkomst gesloten met ADO voor het organiseren van het Afro Latin Summer Festival, maar ADO trok de vergunningaanvraag in zonder dit vooraf met eiser te overleggen. Eiser stelt dat ADO tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door de locatie en voorzieningen niet beschikbaar te stellen. ADO betwist dit en stelt dat eiser zelf heeft besloten het festival naar binnen te verplaatsen, waardoor de huurovereenkomst met wederzijds goedvinden zou zijn geëindigd. De kantonrechter oordeelt dat ADO tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, omdat zij de vergunningaanvraag heeft ingetrokken zonder eiser hierover te informeren. Hierdoor is het festival niet doorgegaan en heeft eiser schade geleden. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling van de schadevergoeding en ongedaanmakingsverplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
PV/AJJ/c
Zaak-/rolnr.: 10288023 RL EXPL 23-1004
20 september 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. L.E. Huard,
tegen
ADO Hospitality & Events B.V.,
gevestigd te Den Haag,
gedaagde partij,
hierna te noemen: ADO,
gemachtigde: mr. M.J.E.L. Delissen.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- de dagvaarding van 29 december 2022 met de akte overlegging producties met producties 1 tot en met 21;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8;
- de akte eisvermindering, tevens akte eiswijziging, tevens akte overlegging producties van de zijde van [eiser] met producties 22 tot en met 31;
- de aanvullende producties 32 tot en met 40 van de zijde van [eiser] ;
- de aanvullende productie 9 van de zijde van ADO.
1.2.
Op 18 augustus 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Hierbij is verschenen [naam 1] namens [eiser] , bijgestaan door mr. L.E. Huard en [naam 2] , en namens ADO [naam 3] en [naam 4] , bijgestaan door mr. C.J. Luiten. Door partijen is ter zitting gepleit aan de hand van schriftelijke aantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling. Deze aantekeningen en de schriftelijke aantekeningen van partijen bevinden zich in het procesdossier.
1.3.
Vervolgens is het vonnis bepaald op vandaag.

2.Feiten

2.1.
[eiser] heeft een eenmanszaak met (onder meer) de naam Fiësta Coconut, waarmee hij feesten en evenementen organiseert. [eiser] doet dit samen met zijn echtgenote, [naam 1] (hierna: [naam 1] ).
2.2.
ADO houdt zich onder meer bezig met de organisatie van evenementen in en rondom het stadion van ADO Den Haag (hierna: het stadion) en verzorgt hospitality- en horeca-activiteiten.
2.3.
[eiser] en [naam 1] wilden een festival, genaamd Afro Latin Summer Festival 2022, organiseren in en om het stadion dat zou duren van vrijdag 22 juli tot en met zondag 24 juli 2022. In dat kader hebben [eiser] en [naam 1] en [naam 5] (hierna: [naam 5] ) van ADO verschillende gesprekken gevoerd. Op 11 maart 2022 heeft [naam 5] per e-mail een eerste offerte aan [naam 1] gestuurd. In de e-mail schrijft [naam 5] onder meer:
“(…) Bedankt voor je interesse in onze locatie. Bijgaande de opgevraagde offerte (…). Dit is een basisofferte voor het huren van het parkeerterrein.
(…) In de offerte is enkel de beveiliging voor de receptie in het stadion meegenomen. In de offerte ontbreekt nog de catering, drank, beveiliging (mag eventueel ook via jullie), personeel en techniek.
(..)
De catering en de drank dienen bij ons afgenomen te worden. We rekenen bij feesten een bargarantie.
De offerte kunnen we uiteraard nog wijzigen. (…)”
2.4.
Op 15 maart 2023 heeft [naam 5] per e-mail een aangepaste offerte gestuurd aan [naam 1] . In de e-mail staat onder meer:
“(…) Bijgaand de aangepaste offerte voor het Latin festival op vrijdag 22, zaterdag 23 en zondag 24 juli 2022.
(…)In de offerte staat nu enkel de huur van de parkeerterreinen, de zalen en de beveiligingskosten voor de receptie in het hoofdgebouw.
De offertes voor de invulling van het festival ga ik bij externe partijen opvragen.
Indien je akkoord bent met de offerte ontvang ik deze graag getekend retour. (…)”
2.5.
[naam 1] heeft diezelfde dag de offerte ondertekend en retour gestuurd aan [naam 5] . In de offerte, die hierna wordt aangeduid als de huurovereenkomst, staat onder meer:
“(…)Algemene informatie
Bij het uitwerken van deze offerte zijn wij uitgegaan van de volgende gegevens:
Datum : 21-7-2022
Naam : Fiësta Coconut
Aantal gasten : 2000 personen
Locatie : Brasserie Bravo, P2, P2 VIP, P3 (zie bijlage) (…)
Programma(…)
Zaalindeling(…)
Beveiliging(…)
Zaalhuur(…)
Aangeboden mogelijkheden(…)
Algemene voorwaarden(…)
Kostenoverzicht
Op basis van 2000 personen
Prijs per stuk (…) totaal
Huur TOTO Lounge incl. schoonmaak (zaal voor € 1.050,00 € 3.150,00
artiesten)
Huur Brasserie (subzaal) (zaal voor artiesten) € 545,00 € 1.635,00
Huur PVIP (units voor douchecabine en toiletten) € 4.000,00 € 4.000,00
Huur P2 € 4.000,00 € 4.000,00
Huur P3 (Parkeren) € 5.000,00 € 5.000,00
Beveiligingskosten p.u. (08.00 – 21.00 uur) € 35,00 € 455,00
Beveiligingskosten p.u. 3x (07.00 – 05.00 uur) € 35,00 € 2.310,00
Beveiligingskosten p.u. (08.00 – 18.00 uur) € 35,00 € 350,00
Korting 50% op zaalhuur TOTO Lounge en de Brasserie €-2.068,50
Totaal excl. BTW €18.831,50(…)”
2.6.
Bij e-mail van 8 april 2022 heeft [naam 5] [naam 1] gevraagd om een plattegrond van het festivalterrein met als reden: “
Zo dat we een vergunning bij de gemeente kunnen aanvragen voor het festival”.
2.7.
Partijen hebben erover gesproken dat ADO aanvullende voorzieningen zou verzorgen. In dit kader heeft ADO [eiser] verzocht om een aanbetaling van € 11.393,06 incl. BTW. [eiser] heeft die aanbetaling gedaan. Uiteindelijk heeft [eiser] besloten om zelf voor enkele aanvullende voorzieningen zorg te dragen. Bij e-mail van 22 april 2022 heeft [naam 1] [naam 5] in dat kader onder meer meegedeeld:
“(…)
1. We gaan zelf tenten en podia regelen.
2. Ja, we regelen zelf picknick banken etc bij de foodtrucks
3. Hebben jullie munten op voorraad? Zo ja, hoeveel? Zo neen, dan maken we eigen munten.
4. Voorkeur Drankenlijst mail ik je apart volgende week. (…)
5. Ja op jouw tekst: “Wat betreft personeel regelen wij alleen personeel voor bij de bar en de zalen binnen. De beveiliging, personeel voor de munten, foodtrucks en bij de wc’s ligt bij jullie (Fiësta Coconut) zoals afgesproken. (…)”
2.8.
Bij e-mail van 28 april 2022 heeft [naam 5] [naam 1] gevraagd om een veiligheidsplan voor de vergunningsaanvraag. [naam 1] heeft bij e-mail van 6 mei 2022 het veiligheidsplan aangeleverd, waarna [naam 5] diezelfde dag per e-mail heeft gereageerd: “
Bedankt voor je mail en het sturen van het veiligheidsplan. Ik heb deze doorgestuurd naar onze afdeling veiligheid. Zij zullen hiermee de vergunning aanvragen (…)”
2.9.
Na ondertekening van de huurovereenkomst hebben partijen verdere afspraken gemaakt over de invulling van het festival. Op of rond 6 mei 2022 is afgesproken dat [eiser] van ADO een bar zou huren. Op die datum heeft [naam 5] per e-mail een offerte van SHAKE IT en foto’s van de buitenbar aan [eiser] gestuurd. Op 11 mei 2022 is afgesproken dat ADO consumptiemunten beschikbaar zou stellen en via nacalculatie zou doorberekenen aan [eiser] .
2.10.
Op of rond 12 mei 2022 heeft [naam 5] de organisatie van het festival overgedragen aan [naam 3] (hierna: [naam 3] ).
2.11.
Op 19 mei 2022 heeft ADO bij de gemeente Den Haag (hierna: de gemeente) de vergunning aangevraagd voor het festival.
2.12.
Op 8 juni 2022 heeft [naam 6] (hierna: [naam 6] ) van de gemeente aan [naam 3] en de heer [naam 7] van ADO het volgende gemaild:
“Bovengenoemde aanvraag heb ik ontvangen op 19 mei 2022 van [naam 8] namens Fiesta Coconut. Heb vernomen dat de heer [naam 8] niet meer werkzaam is bij ADO Den Haag. Een nieuwe aanvraag evenementen vergunning dient te worden aangevraagd via de website van de gemeente Den Haag. Per ommegaande ontvang ik de toestemming/overeenkomst van ADO aan de organisatie Fiesta Coconut voor het in gebruik nemen van een deel van het stadion en parkeervakken (…)”
2.13.
Na telefonisch overleg tussen [naam 6] en [naam 3] heeft eerstgenoemde per e-mail van 9 juni 2022 aan ADO in het kader van de vergunningaanvraag gevraagd om (onder meer) de overeenkomst tussen [eiser] en ADO toe te sturen. [naam 3] heeft op 10 juni 2022 aan [eiser] / [naam 1] het volgende gemaild:
“Voor de vergunning zijn de volgende documenten nog benodigd. Kunnen jullie deze bij mij aanleveren:
(…)
Duidelijke plattegrondtekening (…)
Overeenkomst tussen de organisatie en ADO Den Haag”
2.14.
[naam 1] heeft diezelfde dag per e-mail gereageerd:
“(…)

Overeenkomst tussen de organisatie en ADO Den Haag.
[naam 5] heeft een offerte opgesteld voor de huur van de locatie. Daarvoor hebben wij een aanbetaling gedaan van € 11.000,- Zie bijlage.
Voordat [naam 5] vertrok hebben wij een gesprek gehad met allerlei punten. Die zouden verwerkt worden in een definitieve overeenkomst.
We hebben alles op de email, maar nog niet in de definitieve overeenkomst. Het is zaak dat we dat dinsdag dan voor elkaar krijgen. (…)”
2.15.
Op 14 juni 2022 hebben [eiser] , [naam 1] en [naam 9] (hierna: [naam 9] ) met [naam 3] een bespreking gehad. Tijdens die bespreking is het draaiboek voor het evenement besproken. Na de bespreking heeft [naam 3] telefonisch contact gehad met [naam 1] . In dat telefoongesprek heeft [naam 3] aangegeven dat ADO aanvullende voorwaarden wil stellen, waaronder een bargarantie van minimaal € 100.000,-. Bij niet voldoen aan deze voorwaarden zou het evenement geen doorgang kunnen vinden. Een dag later, op 15 juni 2022, heeft [eiser] [naam 3] per e-mail onder meer het volgende gestuurd:
“(…) Nav jullie telefoontje gistermiddag aan mijn partner, heb ik geprobeerd je vanmorgen te bellen. (…) We hebben een contract getekend bij [naam 5] . Zij heeft dat voorafgaand intern besproken. (…)
En 3 maanden lang zijn we in gesprek met [naam 5] . De punten die jullie gistermiddag hebben aangedragen zijn nieuw, een paar weken voor de start: Stroom, bargarantie, managementuren, buitenbar organiseren. (…)
De nieuwe punten van gistermiddag staat allemaal niet in de contract en is ook niet besproken met [naam 5] .
- stroom is jullie verantwoordelijkheid.
- buiten bar kon in eerste afspraak, en dat zouden jullie regelen.
- derde partij kan wel maar niet uit onze omzet. Afgesproken en vastgelegd is de muntafspraak van € 3,60.
- bar garantie voorwaarde, niet mee akkoord, want is niet in eerste offerte afgesproken. (…)
De offerte hebben jullie binnen besproken en is vast gelegd, dus kunnen er nu geen nieuwe voorwaarden worden gesteld.
We willen een gesprek hierover. Want we lopen achter hierdoor. (…)”
2.16.
[naam 3] heeft hierop diezelfde dag bij e-mail gereageerd. [naam 3] schrijft daarin onder meer:
“(…) Nogmaals, ik vind het erg vervelend om nu te moeten vertellen dat wij tot de conclusie komen dat wij in bepaalde zaken echt niet kunnen voorzien.
(…)
Belangrijk voor ons om vast te leggen:
- Bargarantie (om minimaal uit onze kosten te komen)
- Stroomvoorziening buiten door jullie zelf
(…)
- Alles rondom horeca regelen jullie op het buitenterrein zelf (…)
Ik verneem graag of jullie met een extern horeca bedrijf willen gaan werken voor het buitenterrein. (…)
Dit kunnen we dan deze week op papier met elkaar vastleggen en naar de Gemeente sturen om de vergunning rond te maken. (…)”
2.17.
[eiser] heeft diezelfde dag per e-mail gereageerd. Hij schrijft, voor zover relevant:
“(…) Ik wil het programma zodanig verkleinen, zodat het toch nog een succes kan worden.
Dan kunnen we onze kosten betalen waarvoor we nu allerlei investeringen hebben gedaan.
Op dit moment heb ik er geen vertrouwen in dat de vergunning met de gemeente op tijd zal komen. Normaliter duurt een vergunningsproces bij de gemeente 6 weken. Maar op dit moment is niet bekend wanneer dat besluit genomen gaat worden. Daar kan ik niet op wachten.
Ook heb ik er geen vertrouwen in om alles haastig te reorganiseren met nieuwe kosten en een nieuwe partij voor de bar. Dat kan zo niet werken, een paar weken voor de start van het festival. (…) We zijn nu 3 maanden verder, en op het laatste moment horen wij nieuwe informatie en kosten en acties die we gehaast dan zouden moeten uitvoeren. Dat is niet professional. Dit is onmogelijk en veel te veel stress voor mij en mijn partner. (…)
Daarom wil ik het festival alsnog verkleinen, zodat wij onze kosten eruit kunnen halen en zodat wij allemaal een goede organisatie kunnen neerzetten.
We willen graag met dit verkleinde programma met jullie om de tafel zitten, zodat we dit goed kunnen doorspreken. (…)
We willen en kunnen niet annuleren, maar het festival verkleinen”
2.18.
Op 20 juni 2022 heeft een bespreking plaatsgevonden. Hierbij waren [eiser] , [naam 1] , [naam 9] en [naam 3] aanwezig. Tijdens deze bespreking is gesproken over de nieuwe voorwaarden die ADO stelde voor de doorgang van het evenement.
2.19.
Op 23 juni 2022 heeft [naam 3] [eiser] een offerte d.d. 20 juni 2022 gestuurd voor de huur van de Brasserie, de TOTO Lounge, de Ernst Happel Lounge en de ADO Club Lounge en beveiligingskosten en schoonmaak ten bedrage van in totaal € 20.329,00. In de offerte staat een bargarantie van in totaal € 81.000,- op basis van 1500 personen en verder: “
De bargarantie (…) moet behaald worden. Wanneer dit niet wordt behaald draagt de organisatie de verantwoordelijkheid voor het verschil (…)”.[eiser] heeft de offerte niet getekend.
2.20.
Op 27 juni 2022 heeft telefonisch contact plaatsgevonden tussen [eiser] en [naam 1] en [naam 3] . Na dit telefonische gesprek heeft [naam 3] aan [eiser] en [naam 1] een e-mail van de gemeente van 23 juni 2022 doorgestuurd. Het onderwerp van de e-mail van [naam 3] aan [eiser] en [naam 1] is “
FW: Intrekking Afro Latin Summer Festival 2022 (…)”. In de doorgestuurde e-mail van de gemeente, d.d. 23 juni 2022, met als onderwerp:
“Verzoek om constructieve gegevens/ berekeningen van de podia en negatief advies vanuit de politie”staat onder meer:
“(…) Gister heb ik ook contact gehad met de Politie Eenheid Den Haag. De politie heeft zorgen geuit. Zie onderstaande in blauwe lettertype[hier vetgedrukt, toevoeging kantonrechter]
:
(…) De zorg vanuit de politie zit m voornamelijk aan het einde van het evenement. Het betreft hier een omgeving die op enige afstand ligt van woonwijken. Kijkende naar het beoogde tijdstip waarop dit evenement wil stoppen maakt er geen of nauwelijks openbaar vervoer rijdt. Dit maakt dat bezoekers met eigen vervoer of te voet naar huis gaan. De restrisico’s die dit met zich meebrengt zijn wat ons betreft ongewenst.
Wellicht is het een idee om dit evenement terugbrengen in omvang naar iets wat we met elkaar wel kunnen behappen. Ik denk dan aan een evenement dat wel past binnen een A categorie. Hierbij denk ik aan bijvoorbeeld het terugbrengen van het aantal dagen en/of tijdstip einde van het evenement.
Graag wil ik spoedig met u in gesprek over bovengenoemde zorgpunten.”
2.21.
Op 1 juli 2022 heeft wederom een bespreking plaatsgevonden. Hierbij waren aanwezig [eiser] , de gemachtigde van [eiser] , [naam 1] , [naam 9] en namens ADO [naam 3] en [naam 10] (hierna: [naam 10] ). Er is onder meer gesproken over het weigeringsbesluit van de gemeente. [naam 3] en [naam 10] hebben toen herhaald dat de gemeente de vergunningsaanvraag had geweigerd en dat dit buiten hun macht lag. Later die dag (1 juli 2022) heeft [naam 3] aan [eiser] en [naam 1] per e-mail onder meer geschreven:
“(…) Er zijn een aantal punten waar wij even op willen inzoomen.
De vergunningaanvraag
Deze is op tijd (ruim 8 weken voor het evenement) aangevraagd. (…)
Het verkrijgen van een vergunning
Het afgeven van een vergunning ligt bij de Gemeente in samenspraak met de politie. Dit is een externe factor waar wij geen invloed op hebben.
Het aanpassen naar een verkleinde versie
Nog voordat er bericht vanuit de Gemeente kwam dat de politie negatief advies heeft gegeven zijn jullie zelf met een voorstel gekomen voor een verkleinde versie binnen, waardoor een vergunning niet meer nodig is. (…)
Dit is dan ook nog steeds ons uitgangspunt, het evenement naar binnen verplaatsen om ervoor te zorgen dat het evenement nog door kan gaan.
Bargarantie
Wij nemen onze verantwoordelijkheid voor het feit dat de bargarantie niet in de eerste offerte heeft gestaan en zullen deze in het voorstel, voor de verkleinde versie in het stadion, uit de offerte halen. (…)
Schadevergoeding
Wij zijn niet verantwoordelijk voor jullie reeds gemaakte kosten en andere schade die jullie hebben geleden. Wij zullen hier dan ook niet in tegemoet komen in de vorm van een schade vergoeding. (…)”
2.22.
Bij brief van 6 juli 2022 heeft de gemachtigde van [eiser] ADO gesommeerd tot nakoming van de huurovereenkomst en aansprakelijk gesteld voor eventuele schade. In zijn brief staat onder meer:
“Voor zover zou blijken dat de gemeente de vergunning(en) niet zal verlenen, komt dit geheel voor risico van ADO en houdt cliënt[ADO, toevoeging kantonrechter]
aansprakelijk voor de door hem te lijden schade.”
2.23.
Dezelfde dag, 6 juli 2022, heeft de gemachtigde van [eiser] telefonisch contact opgenomen met de gemeente en heeft hij vernomen dat de vergunningsaanvraag niet is geweigerd door de gemeente maar dat de aanvraag door ADO zelf is ingetrokken op 24 juni 2022. Bij e-mail van 6 juli 2022 heeft de gemachtigde van [eiser] aan de gemeente gevraagd of zij deze telefonisch gegeven informatie – dus dat de vergunning niet was geweigerd maar dat ADO de vergunningaanvraag heeft ingetrokken – wilde bevestigen. Bij e-mail van 11 juli 2022 heeft de gemeente bevestigd dat ADO de aanvraag voor de vergunning heeft ingetrokken op 24 juni 2022.
2.24.
Bij brief van 8 juli 2022 heeft gemachtigde van ADO aan de gemachtigde van [eiser] onder meer geschreven:
“(…) Uw cliënte vraagt een onvoorwaardelijke nakoming van de eerder gesloten overeenkomst. Zoals hierboven aangegeven, is dat een gepasseerd station. Niet alleen is het verkrijgen van een vergunning op zo’n korte termijn niet meer mogelijk, op verzoek van uw cliënte is er ook voor een ander format gekomen. (…)”
2.25.
Het evenement is niet doorgegaan. In plaats daarvan heeft [eiser] een ander evenement georganiseerd genaamd The Jungle dat plaatsvond van 22 juli tot en met 24 juli 2022.

3.Vordering, grondslag en verweer

3.1.
[eiser] vordert – na eisvermindering en -wijziging – bij vonnis, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. ADO te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.825,16, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 12 juli 2022, althans subsidiair vanaf de datum van deze dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
II. ADO te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 441.754,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 24 juli 2022, althans subsidiair vanaf de datum van deze dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
III. ADO te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.983,77 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover te rekenen vanaf de datum van de dagvaarding;
IV. ADO te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 9.196,- P.M. aan kosten die [eiser] heeft gemaakt ten behoeve van het schaderapport, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover te rekenen vanaf de datum van de dagvaarding;
V. ADO te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te rekenen vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.
3.2.
[eiser] legt aan deze vordering samengevat het volgende ten grondslag. ADO is haar hoofdverplichting uit de huurovereenkomst niet nagekomen door haar locaties en voorzieningen (waaronder de bar) niet beschikbaar te stellen aan [eiser] . In tegendeel, ADO heeft [eiser] met valse voorwendselen laten geloven dat het evenement niet kon plaatsvinden op haar locatie, door herhaaldelijk onjuist te beweren dat de gemeente geen vergunning zou verlenen. ADO is ook in verzuim gekomen, doordat zij [eiser] heeft laten weten dat zij de overeenkomst niet zou (kunnen) nakomen, en zij ook geen gevolg heeft gegeven aan de sommatie van de gemachtigde van [eiser] . [eiser] heeft de overeenkomst vervolgens buitengerechtelijk ontbonden. Als gevolg van die ontbinding moet ADO het aanbetaalde bedrag van € 11.393,06 terugbetalen. ADO heeft echter slechts € 9.568,44 van dit bedrag terugbetaald, hetgeen betekent dat zij nog steeds € 1.825,16 verschuldigd is. Daarnaast maakt [eiser] aanspraak op een schadevergoeding van ADO op grond van artikel 6:277 lid 1 BW. [eiser] heeft aanzienlijke schade geleden door het niet nakomen van de overeenkomst door ADO. Deze schade bestaat uit de kosten die [eiser] gemaakt heeft om het evenement te organiseren en gederfde winst. Volgens het schaderapport van [naam 11] Schade-Auditors B.V. (hierna: [naam 11] ) bedraagt deze schade € 441.754,-. Naast dit bedrag, is ADO op grond van artikel 6:96 lid 2 BW de buitengerechtelijke kosten en de kosten voor het opmaken van het schaderapport verschuldigd. Deze bedragen respectievelijk € 3.983,77 en € 9.196,- (incl. btw). De gevorderde bedragen moeten worden verhoogd met de wettelijke handelsrente, omdat de huurovereenkomst tussen partijen kwalificeert als een handelsovereenkomst.
3.3.
ADO concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] en voert daartoe samengevat het volgende aan.
[eiser] is niet-ontvankelijk in zijn vordering, omdat de huurovereenkomst door [naam 1] is ondertekend en er geen bewijs van volmacht namens [eiser] is overgelegd.
ADO stelt verder dat haar verplichting uit de huurovereenkomst alleen betrekking had op het ter beschikking stellen van het terrein voor het evenement en niet (ook) op voorzieningen zoals stroompunten en drankfaciliteiten. Nog voordat ADO het terrein kon aanbieden voor het geplande festival, is de huurovereenkomst met wederzijds goedvinden geëindigd op 20 juni 2022. [eiser] wenste het festival niet meer buiten te laten plaatsvinden conform de huurovereenkomst, maar in een verkleinde vorm binnen. ADO is daarmee akkoord gegaan, waarna partijen in gesprek zijn gegaan over een verkleinde versie van het festival en daarmee over het sluiten van een nieuwe huurovereenkomst. Hierdoor was er geen verdere verplichting voor ADO op basis van de oorspronkelijke huurovereenkomst, wat betekent dat er geen sprake kan zijn van een tekortkoming of ontbinding.
Als de huurovereenkomst niet met wederzijds goedvinden is geëindigd, maar zodanig is gewijzigd dat het gehuurde niet meer het terrein maar de lounges betrof, betwist ADO tekort te zijn geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit die gewijzigde huurovereenkomst. ADO heeft altijd aangegeven deze verplichting te willen nakomen. Van een tekortkoming van ADO is dan ook geen sprake en zelfs al zou daar sprake van zijn, dan is ADO nooit in gebreke gesteld zodat van verzuim geen sprake is en [eiser] niet gerechtigd was tot ontbinding van de huurovereenkomst. In dat geval bestaat er geen recht op schadevergoeding of restitutie van het resterende voorschot.
Indien de huurovereenkomst niet met wederzijds goedvinden is geëindigd dan wel gewijzigd, stelt ADO dat er van een tekortkoming geen sprake is. ADO heeft het terrein altijd ter beschikking willen stellen. Het is [eiser] zelf die het festival buiten wilde cancelen. ADO betwist dat zij [eiser] met valse voorwendselen heeft laten geloven dat het festival geen doorgang kon vinden door te stellen dat de gemeente geen vergunning zou verlenen. De vergunning is tijdig aangevraagd en niets wees erop dat de gemeente de vergunning niet zou verstrekken. ADO ontkent ook dat ze heeft gezegd dat de vergunning was geweigerd. Daarnaast benadrukt ADO dat er geen sprake is van verzuim. [eiser] had dus geen recht om de overeenkomst te ontbinden.
ADO stelt tot slot dat als ze aansprakelijk zou zijn voor schade, ze van mening is dat [eiser] geen schade heeft geleden, of in ieder geval haar schade onvoldoende heeft aangetoond.

4.Beoordeling

Ontvankelijkheid [eiser]
4.1.
Het meest verstrekkende verweer van ADO dat [eiser] niet-ontvankelijk is in zijn vordering, wordt gepasseerd. [naam 1] is echtgenote van [eiser] en uit alle correspondentie die in het geding is gebracht blijkt dat [naam 1] van meet af aan namens Fiësta Coconut betrokken is geweest bij de totstandkoming van de huurovereenkomst en de organisatie van het festival. Hieruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter voldoende dat [naam 1] bevoegd was om de huurovereenkomst rechtsgeldig namens [eiser] te sluiten.
De huurovereenkomst en de (aanvullende) afspraken tussen partijen
4.2.
In deze zaak staat centraal de vraag of ADO tekort geschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. Voor een goed begrip van de zaak en de beantwoording van die vraag, acht de kantonrechter van belang vast te stellen welke verplichtingen partijen over en weer op zich hebben genomen in het kader van de organisatie van het festival.
4.3.
Partijen zijn het erover eens dat bij de organisatie van het evenement dat [eiser] voor ogen stond, niet alleen de huur van een locatie voor het festival komt kijken, maar ook aanvullende voorzieningen moeten worden geregeld, als bijvoorbeeld – zo volgt uit de e-mail van [naam 5] van 11 maart 2022 – de catering, drank, beveiliging, personeel en techniek.
4.4.
In de huurovereenkomst is de huur van de (parkeer)terreinen (P2 en P3), de zalen (TOTO Lounge en Brasserie), PVIP en de beveiligingskosten voor de receptie in het hoofdgebouw overeengekomen. Dit volgt uit de inhoud van de huurovereenkomst zelf en de e-mail van [naam 5] van 15 maart 2022. Nadat de huurovereenkomst tot stand was gekomen, zijn partijen in overleg getreden over de aanvullende voorzieningen. Uit de e-mail van [naam 5] van 15 maart 2022 wordt afgeleid dat bij partijen aanvankelijk de bedoeling bestond dat ADO de aanvullende voorzieningen zou regelen. Zij schrijft daarin namelijk dat ze voor de invulling van het festival offertes zal opvragen bij externe partijen. Partijen zijn het er ook over eens dat in ieder geval besproken is dat ADO zou zorgdragen voor de aanvullende voorzieningen. Het is in het kader van het regelen van die voorzieningen dat ADO [eiser] om een aanbetaling heeft verzocht, welke aanbetaling door [eiser] is gedaan. Op welke aanvullende voorzieningen [naam 5] in haar e-mail precies doelde, is echter niet volkomen duidelijk.
4.5.
[eiser] heeft uiteindelijk ervoor gekozen om de aanvullende voorzieningen zelf te regelen. In de e-mail van 22 april 2022 van [naam 1] wordt aangegeven welke aanvullende voorzieningen [eiser] en [naam 1] in ieder geval voor hun rekening zouden nemen: tenten, podia, foodtrucks, picknick banken bij foodtrucks, beveiliging, personeel voor de munten, foodtrucks en wc’s.
4.6.
Later hebben partijen nog nader invulling gegeven aan het verzorgen van aanvullende voorzieningen. ADO nam op zich om drankfaciliteiten te verzorgen en om – als onderdeel daarvan – een (buiten)bar ter beschikking te stellen aan [eiser] . Dat wordt afgeleid uit het feit dat ADO bij SHAKE IT een offerte voor een bar heeft opgevraagd. ADO heeft die offerte en enkele foto’s van de bar per mail van 6 mei 2022 voorgelegd aan [eiser] . In discussie is of [eiser] die offerte heeft geweigerd. Dat is het standpunt van ADO. Het standpunt van [eiser] is dat hij de offerte telefonisch heeft geaccepteerd. In het midden kan blijven wie gelijk heeft, omdat, zoals hierna zal blijken, voldoende duidelijk was dat ADO de verplichting op zich had genomen om (via een derde) te zorgen voor een buitenbar. Later hebben partijen nog afgesproken dat ADO ook de verplichting op zich nam om consumptiemunten beschikbaar te stellen. Voorts staat vast dat er geen bargarantie tussen partijen is afgesproken, ook niet bij aanvullende afspraak.
4.7.
Duidelijk is dat partijen er goed aan hadden gedaan om alle afspraken nog eens duidelijk op papier te zetten. Dat dit niet is gebeurd doet echter niet af aan de rechtsgeldigheid van de afspraken over de aanvullende voorzieningen tussen partijen. Die afspraken – ook die over de verzorging van de drankfaciliteiten door ADO – zijn gemaakt ter invulling van het evenement en maken daarmee in zekere zin ook onderdeel uit van de huurovereenkomst tussen partijen, die erop gericht was om in en rondom het stadion van ADO een evenement te organiseren.
4.8.
De afspraken die partijen tot 10 juni 2022 hadden gemaakt (zie hiervoor) waren in zoverre overzichtelijk, dat duidelijk moet zijn geweest wie welke aanvullende voorziening voor haar rekening nam. Toch heeft ADO tijdens het telefoongesprek op 14 juni 2022 met [naam 1] (2.15.) diverse nieuwe voorwaarden gesteld. Uit de e-mailwisseling tussen [eiser] en [naam 3] van 15 juni 2022 volgt dat ADO tijdens dat gesprek onder meer heeft aangegeven dat a) [eiser] alle horeca op het buitenterrein zelf moest regelen (met een daarin gespecialiseerd bedrijf), b) [eiser] zelf diende zorg te dragen voor voldoende stroompunten op het buitenterrein en c) ADO een bargarantie wilde om uit de kosten te kunnen komen. [naam 3] schrijft in haar e-mail van die dag verder dat ze graag verneemt welk extern horecabedrijf buiten wordt ingezet, zodat afspraken kunnen worden gemaakt over de baromzet, en sluit af met:
“Dit kunnen we dan deze week op papier met elkaar vastleggen en naar de Gemeente sturen om de vergunning rond te maken. (…)”.
4.9.
De punten die [naam 3] tijdens het telefoongesprek van 14 juni 2022 en in haar e-mail van 15 juni 2022 naar voren bracht, waren ofwel niet in overeenstemming met de toen geldende afspraak (buitenhoreca) ofwel in het geheel niet eerder gecommuniceerd naar [eiser] (stroompunten) ofwel niet overeengekomen in de huurovereenkomst (bargarantie). Immers, ADO had op zich genomen om de buitenbar te regelen (zie 4.6.), de stroompunten waren naar het zich laat aanzien niet eerder besproken en de bargarantie stond niet in de huurovereenkomst, terwijl ADO een dergelijke garantie normaliter opneemt in de offerte indien ADO die wenst overeen te komen. Dit leidt de kantonrechter af uit de op 23 juni 2022 opgemaakte (en niet door [eiser] ondertekende) offerte waarin de bargarantie wél staat genoemd.
De gang van zaken rond de vergunningaanvraag
4.10.
Op 8 april en op 28 april 2022 zijn door [naam 5] documenten – waaronder een plattegrond van het festivalterrein – opgevraagd bij [eiser] om daarmee een vergunning te kunnen aanvragen. Deze stukken waren allemaal binnen bij ADO rond 6 mei 2022. Gebleken is dat de vergunning bijna 2 weken daarna is aangevraagd, namelijk op 19 mei 2022. Op 8 juni 2022 heeft de gemeente aan [naam 3] een e-mail gestuurd, waaruit lijkt te volgen dat de vergunningaanvraag vertraging had opgelopen. Aangezien de werknemer die de vergunning op 19 mei 2022 had aangevraagd niet meer werkzaam was bij ADO moest – zo blijkt uit de mail van de gemeente – een nieuwe vergunning worden aangevraagd. Het valt op dat hierover niets wordt gemeld aan [eiser] . Wel vraagt ADO in het kader van de vergunningaanvraag bij e-mail van 10 juni 2022 wederom documenten op bij [eiser] , waaronder nogmaals een plattegrond van het terrein.
4.11.
Kort hierna, op 14 juni 2022, vindt een bespreking plaats tussen partijen over het draaiboek van het evenement. [naam 3] neemt hierna telefonisch contact op met [naam 1] waarbij zij meedeelt dat het festival slechts door kan gaan als [eiser] voldoet aan aanvullende voorwaarden, waaronder het akkoord gaan met een bargarantie van € 100.000. ADO heeft weliswaar betwist dat dit is gezegd, maar de mededeling van [naam 3] in haar e-mail van 15 juni hierover:
“Dit kunnen we dan deze week op papier met elkaar vastleggen en naar de Gemeente sturen om de vergunning rond te maken.”bevestigt de stelling van [eiser] dat door ADO de suggestie is gewekt dat het verkrijgen van de vergunning en daarmee het kunnen doorgaan van het evenement afhankelijk was van de instemming van [eiser] met o.a. de bargarantie.
Einde huurovereenkomst met wederzijds goedvinden?
4.12.
De reactie die [eiser] vervolgens op 15 juni 2022 stuurt, bevat onder meer de opmerking dat [eiser] het festival(programma) wil verkleinen, maar niet annuleren. Als reden daarvoor noemt [eiser] dat hij er geen vertrouwen meer in heeft dat de vergunning op tijd zal komen en
“om alles haastig te reorganiseren met nieuwe kosten en nieuwe partij voor de bar”. Partijen – dat wil zeggen [eiser] , [naam 1] en [naam 9] en namens ADO [naam 3] – houden op verzoek van [eiser] op 20 juni 2022 een bespreking, waarbij is gesproken over onder meer de bargarantie van € 100.000,-.
4.13.
Over wat exact besproken is, lopen de meningen van partijen uiteen. Volgens [eiser] heeft [naam 3] over de bargarantie eerst gezegd dat deze voorwaarde zou zijn gesteld door de gemeente als voorwaarde voor het verlenen van de vergunning en later dat de bargarantie afkomstig was van de directeur van ADO en dat als [eiser] die baromzet zou garanderen, de directeur zich zou hardmaken voor het verkrijgen van de vergunning. ADO betwist dat dit is gezegd. Volgens ADO is tijdens het gesprek door [eiser] aangegeven dat hij het festival wil verkleinen en naar binnen wil verplaatsen, waarbij ook het verkleinde programma binnen uitvoerig is besproken en in dat kader verschillende zalen zijn bezichtigd. ADO heeft daarmee ingestemd, waardoor de huurovereenkomst toen met wederzijds goedvinden is geëindigd, aldus steeds ADO.
4.14.
De stelling van ADO dat de huurovereenkomst per 20 juni 2022 met wederzijds goedvinden is geëindigd wordt aangemerkt als een bevrijdend verweer, ten aanzien waarvan de stelplicht en bewijslast rusten op ADO. De kantonrechter begrijpt dat ADO haar verweer dat de overeenkomst met wederzijds goedvinden is geëindigd baseert op i) de e-mail van [eiser] van 15 juni 2022 (zie 4.12.) en ii) hetgeen in navolging van die e-mail besproken is tijdens de bespreking van 20 juni 2022.
E-mail van 15 juni 2022 van [eiser]
4.15.
Over de e-mail van [eiser] van 15 juni 2022 overweegt de kantonrechter dat deze uit emotie en een gevoel van ongerustheid lijkt te zijn gestuurd. Die emotie en ongerustheid is verklaarbaar. [eiser] zag zich ruim een maand voor het evenement ineens – want: niet in overeenstemming met de toen geldende afspraak, niet eerder gecommuniceerd en niet overeengekomen in de huurovereenkomst – geconfronteerd met nadere punten, die extra geregel en kosten zouden betekenen. Met betrekking tot de buitenbar geldt dat ADO dit zou regelen. De eis over stroompunten kon ADO naar het zich laat aanzien wel stellen, omdat daarover nog niets was besproken. De bargarantie, die het meest heikele punt lijkt te vormen, was echter niet overeengekomen, zodat het voor [eiser] als een verrassing moet zijn gekomen dat die voorwaarde alsnog werd gesteld. Het is dan ook niet vreemd te noemen dat [eiser] ongerust was over het op tijd rond komen van de vergunningverlening en daarom meedeelde dat hij het festival wilde verkleinen, om nog enigszins uit de kosten te komen.
4.16.
Dat [eiser] er door [naam 5] bij e-mail van 11 maart 2022 op is gewezen dat bij feesten een bargarantie wordt gerekend, doet daar niet aan af. De bargarantie stond niet in de huurovereenkomst. De kantonrechter is het niet eens met de stelling van ADO dat zij de garantie mocht stellen omdat die geen onderdeel zou uitmaken van de huurovereenkomst maar van de verzorging van drankfaciliteiten. Daargelaten dat afspraken ter invulling van het evenement – waaronder de verzorging van drankfaciliteiten – in zekere zin onderdeel uitmaken van de huurovereenkomst, laat de stelling van ADO zich niet verenigen met het feit dat ADO in de nieuwe offerte van 23 juni 2022 de bargarantie wél heeft opgenomen. Het lijkt er veeleer op dat ADO ‘vergeten’ is om de bargarantie in de getekende overeenkomst van 15 maart 2022 op te nemen. Die lezing vindt in ieder geval steun in de opmerking van [naam 3] in haar e-mail van 1 juli 2022 dat ADO haar verantwoordelijkheid zal nemen voor het feit dat de bargarantie niet in de eerste offerte heeft gestaan en de bargarantie in de nieuwe offerte daarom zal schrappen.
4.17.
Een andere reden die [eiser] heeft genoemd om het festival te willen verkleinen, is dat hij er geen vertrouwen meer in had dat de vergunning op tijd zou komen. Het ontbreken van dat vertrouwen is mogelijkerwijs terug te voeren op (een combinatie van) het feit dat [eiser] op 15 juni 2022 niet op de hoogte was van de status van de vergunningaanvraag, dat op 9 juni 2022 weer om documenten in verband met de vergunningaanvraag werd gevraagd, en de afsluitende opmerking van [naam 3] in haar e-mail van 15 juni 2022 over het rondmaken van de vergunning (waaruit lijkt te volgen dat een en ander nog moest worden opgestart). Het ligt voor de hand dat [eiser] er hierdoor van uitging dat de vergunning nog niet was aangevraagd of de aanvraag nog niet compleet was. Daarbij komt dat ADO tegenover [eiser] de suggestie heeft gewekt dat het verlenen van de vergunning in verband stond met het akkoord gaan met de nieuwe voorwaarden, zoals blijkt uit de eerder genoemde e-mail van [naam 3] van 15 juni 2022 waarin zij zelf de koppeling legt tussen het vastleggen van de afspraken en het rondmaken van de vergunning.
4.18.
In het licht van het voorgaande, was de reactie van [eiser] op 15 juni 2022 niet onbegrijpelijk. Die reactie moet ook niet een verrassing zijn gekomen voor ADO, die ineens aanvullende eisen stelde. Die e-mail heeft ADO dan ook niet mogen opvatten als een aanbod tot beëindiging van de huurovereenkomst, te meer niet nu er in die mail ook staat dat [eiser] het festival niet wilde annuleren, maar slechts wilde verkleinen (om uit de kosten te kunnen komen).
De bespreking op 20 juni 2022
4.19.
Zoals hiervoor is overwogen (zie 4.13.), zijn partijen het niet eens over wat er over en weer exact gezegd is tijdens de bespreking van 20 juni 2022. Volgens ADO zijn partijen tijdens de bespreking overeengekomen dat de huurovereenkomst met wederzijds goedvinden eindigde. Omdat [eiser] die stelling gemotiveerd heeft betwist, rust de bewijslast van die stelling op ADO (zie 4.14.). De kantonrechter is van oordeel dat ADO haar stelling onvoldoende heeft onderbouwd. Niet alleen staat de verklaring van [naam 3] dat de huurovereenkomst toen met wederzijds goedvinden is geëindigd tegenover de verklaringen van [eiser] , [naam 1] en [naam 9] die dit weerspreken, maar ook ziet de kantonrechter voor de stelling van ADO onvoldoende steun in de overige feiten en omstandigheden. Zo heeft [eiser] de aangepaste offerte voor het festival binnen niet getekend. Ook overigens blijkt nergens uit dat [eiser] er zelf voor heeft gekozen om af te zien van het festival op het buitenterrein. Als er overleg wordt gevoerd om het festival binnen te houden is dat omdat er door ADO nieuwe voorwaarden worden gesteld, waarmee zij [eiser] voor het blok zette.
4.20.
De verklaring van [eiser] , [naam 1] en [naam 9] over wat er zou zijn besproken op 20 juni 2022 vindt daarentegen wel steun in de feiten, met name op het punt van de vergunning (waarover hieronder meer). Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat ADO haar stelling dat de huurovereenkomst tijdens de bespreking op 20 juni 2022 met wederzijds goedvinden is beëindigd, onvoldoende heeft onderbouwd. Daarmee wordt ook niet toegekomen aan bewijslevering en zal dit verweer worden gepasseerd.
Wijziging van de huurovereenkomst
4.21.
Het voorgaande betekent dat de huurovereenkomst nog onverkort van kracht was (na 20 juni 2022). Van een wijziging van de huurovereenkomst is ook geen sprake geweest. De verweren die ADO in het kader van die stelling heeft aangevoerd, worden dan ook verworpen.
Tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst
4.22.
Nu vastgesteld is dat de huurovereenkomst nog onverkort gold tussen partijen, dient de vraag te worden beantwoord of ADO tekort geschoten is in de nakoming van die huurovereenkomst.
4.23.
Vooropgesteld wordt dat het evenement geen doorgang heeft gevonden op het terrein van ADO. Vast staat daarmee dat ADO in strijd met de huurovereenkomst en nadere afspraken haar terrein en de voorzieningen die zij zou regelen niet ter beschikking heeft gesteld aan [eiser] . De vraag is van wiens gedragingen dat tekortschieten het gevolg is geweest.
4.24.
Volgens ADO heeft [eiser] eigenhandig de stekker uit het festival buiten getrokken, doordat hij heeft aangegeven het festival naar binnen te willen verplaatsen. ADO heeft hierop naar eigen zeggen de vergunning ingetrokken. [eiser] stelt daarentegen dat ADO hem heeft willen laten geloven dat het evenement niet kon doorgaan omdat de gemeente de vergunning had geweigerd.
4.25.
De kantonrechter is van oordeel dat ADO door de vergunningaanvraag in te trekken en de manier waarop zij daarover gecommuniceerd heeft met [eiser] , in die mate eraan heeft bijgedragen dat het festival buiten geen doorgang heeft gevonden, dat ADO tekort geschoten is in de nakoming van de huurovereenkomst. Het is niet in geschil dat ADO de vergunningaanvraag voor het festival, die zij op 19 mei 2022 had ingediend en welke aanvraag gelet op de e-mail van de gemeente van 8 juni 2022 opnieuw moest worden ingediend, op 24 juni 2022 heeft ingetrokken. Dat heeft de gemeente ook bevestigd bij e-mail van 11 juli 2022 aan de gemachtigde van [eiser] . ADO heeft over de status en de intrekking van de vergunning geen open kaart gespeeld naar [eiser] toe.
4.26.
Een eerste aanwijzing daarvoor vindt de kantonrechter in het feit ADO op 24 juni 2022 de aanvraag heeft ingetrokken, zonder dat van te voren met [eiser] te bespreken. Van ADO had, als de partij in wiens macht het lag om de aanvraag in te trekken, verwacht mogen worden dat zij [eiser] , gelet op diens belangen bij het festival buiten, van het voornemen tot intrekking van de aanvraag op de hoogte zou brengen. Dat ADO dit niet heeft gedaan klemt temeer, daar zij op 23 juni 2022 – de dag voor intrekking van de aanvraag – van de zorgen van de politie aangaande het festival en ook de mogelijkheden om die zorgen weg te nemen afwist doordat zij een e-mail daarover van de gemeente had ontvangen. ADO had deze e-mail toen direct aan [eiser] moeten voorleggen om [eiser] in de gelegenheid te stellen de mogelijkheden te onderzoeken om de zorgen van de politie te kunnen wegnemen (zoals het terugbrengen van het aantal dagen en/of het wijzigen van het eindtijdstip van het festival), in plaats van de vergunningaanvraag zonder voorafgaand overleg met [eiser] in te trekken. Hiermee heeft ADO het festival buiten onmogelijk gemaakt.
4.27.
Een andere aanwijzing is dat ADO veel mist heeft laten ontstaan en bestaan over de status van de aanvraag. De gemachtigde van [eiser] heeft verklaard dat [naam 3] en [naam 10] tijdens de bespreking op 1 juli 2022 – waarbij de gemachtigde aanwezig was – hebben gezegd dat de vergunningsaanvraag zou zijn geweigerd. De kantonrechter heeft geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van die verklaring van de gemachtigde. Die verklaring is immers in lijn met de opmerking van [naam 3] in de e-mail die zij na de bespreking aan [eiser] en [naam 1] heeft gestuurd dat het afgeven van een vergunning bij de gemeente en de politie ligt en (dus) een externe factor is waar ADO geen invloed op heeft. ADO geeft in die e-mail nergens aan dat de vergunning door haar is ingetrokken, maar impliceert met die opmerking juist dat de vergunning buiten haar macht om zou zijn geweigerd. Dit was echter niet het geval. ADO had de vergunning al een week eerder ingetrokken.
4.28.
Alles overziend, is de kantonrechter van oordeel dat ADO tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst.
Verzuim
4.29.
ADO is ook in verzuim. ADO heeft bij brief van 8 juli 2022 via haar gemachtigde aangegeven de overeenkomst niet te kunnen nakomen (“gepasseerd station”), zodat het verzuim ex artikel 6:83 sub c zonder ingebrekestelling is ingetreden. Het niet kunnen nakomen van de overeenkomst doordat de vergunning al was ingetrokken, komt, gelet op het voorgaande, voor rekening en risico van ADO.
Ontbinding en schadevergoeding
4.30.
De conclusie uit het voorgaande is dat [eiser] bevoegd was om tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan. Door ontbinding van de overeenkomst ontstaat op grond van artikel 6:271 BW de verplichting voor partijen tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties. Ook heeft [eiser] op grond van artikel 6:277 BW recht op een schadevergoeding.
4.31.
Met partijen is ter zitting besproken dat eerst de vraag naar het bestaan van een tekortkoming zal worden beantwoord, om vervolgens eventueel de overige vorderingen te beoordelen. Nu hiervoor geoordeeld is dat ADO tekort geschoten is, is ADO schadeplichtig. In lijn met hetgeen ter zitting is besproken, zal de kantonrechter opnieuw een mondelinge behandeling bepalen waar uitsluitend de ongedaanmakingsverplichtingen en de omvang van de schade zal worden besproken. Voorts zal tijdens de mondelinge behandeling bekeken worden of partijen niet alsnog tot een minnelijke regeling kunnen komen.
4.32.
Alle overige beslissingen zullen daarom vooralsnog worden aangehouden.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
gelast partijen, desgewenst vergezeld van hun gemachtigden, te verschijnen voor de kantonrechter die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan no. 60 te Den Haag:
Vrijdag 27 oktober 2023 om 13:30 uur;
5.2.
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. A.J. Japenga en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 september 2023.