In deze zaak heeft eiseres, een vreemdeling, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij haar ongehuwde partner in Nederland te kunnen verblijven. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat niet voldaan zou zijn aan de voorwaarden voor een mvv, met name de eis van een duurzame en exclusieve relatie. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en aanvullende bewijsstukken overgelegd, waaronder chatgesprekken en een relatieverklaring van haar partner. De Staatssecretaris verklaarde het bezwaar ongegrond zonder eiseres en haar partner te horen, wat eiseres aanvoerde als schending van de hoorplicht.
De rechtbank heeft de zaak op 12 januari 2023 behandeld. Eiseres betoogde dat de hoorplicht was geschonden en dat de Staatssecretaris onvoldoende rekening had gehouden met de aard van hun relatie. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris in dit geval niet verplicht was om eiseres en haar partner te horen, omdat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor de duurzaamheid en exclusiviteit van hun relatie. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris zich op het standpunt heeft mogen stellen dat de relatie niet voldoende was aangetoond en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij aanvragen voor een mvv en de voorwaarden die daarbij gelden, evenals de beoordelingsruimte van de Staatssecretaris in dergelijke zaken.