ECLI:NL:RBDHA:2023:2337

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 februari 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
NL22.24407
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun aanvraag van 1 april 2022 voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft vastgesteld dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 10 januari 2023 de Nederlandse ambassade in Teheran heeft gemachtigd om aan de gezinsleden van de referent een mvv te verlenen. Dit besluit heeft geleid tot nieuwe beroepsgronden van eisers, die door de rechtbank zijn gekwalificeerd als bezwaargronden en zijn verwezen naar de verweerder voor beoordeling in de bezwaarprocedure. Eisers hebben vervolgens aangegeven het beroep alleen te handhaven voor zover dit betrekking heeft op een proceskostenveroordeling.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft geoordeeld dat, voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvragen van eisers om verlening van een mvv, de inwilliging van de aanvraag aan het beroep tegemoet is gekomen. Hierdoor hebben eisers, gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Awb, in zoverre geen procesbelang meer. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

Desondanks heeft de rechtbank vastgesteld dat eisers terecht beroep hebben ingesteld wegens het niet-tijdig beslissen op de aanvraag. Dit heeft geleid tot een proceskostenveroordeling van de verweerder. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, en heeft verweerder opgedragen het door eisers betaalde griffierecht van € 184 te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.24407

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1], eiseres 1

V-nummer: [V-nummer 1]
[naam 2],eiseres 2
V-nummer: [V-nummer 2]
[naam 3],eiser 3
V-nummer: [V-nummer 3]
[naam 4],eiser 4
V-nummer: [V-nummer 4]
[naam referent],referent
V-nummer: [V-nummer referent],
eisers en referent, gezamenlijk te noemen: eisers
(gemachtigde: mr. M.S. Yap),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag van 1 april 2022 om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis.
Bij besluit van 10 januari 2023 heeft verweerder de Nederlandse ambassade in Teheran gemachtigd om aan de gezinsleden van referent een mvv te verlenen.
Tegen deze beslissing zijn opnieuw beroepsgronden gericht. De rechtbank heeft deze gronden gekwalificeerd als bezwaargronden en deze verwezen naar verweerder voor beoordeling in de bezwaarprocedure.
Naar aanleiding hiervan hebben eisers meegedeeld het beroep slechts te handhaven voor zover dit ziet op een proceskostenveroordeling.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvragen van eisers om verlening van een mvv, stelt de rechtbank vast dat met de inwilliging van de aanvraag om een mvv aan het beroep tegemoet is gekomen, zodat eisers gelet op het bepaalde in artikel 6:20, derde lid, van de Awb in zoverre geen procesbelang meer hebben.
2. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Eisers hebben vanwege het niet-tijdig beslissen op de aanvraag terecht beroep ingesteld bij de rechtbank. Daarom is dit aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 418,50, bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De wegingsfactor ‘licht’ is van toepassing, aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit. Verder moet verweerder het door eisers betaalde griffierecht vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50
(vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
 draagt verweerder op het door eisers betaalde griffierecht ten bedrage van € 184
(honderdvierentachtig euro)te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.