ECLI:NL:RBDHA:2023:2345

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
NL23.4755
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van een Tunesische eiser tegen de maatregel van bewaring die op 6 september 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring nog steeds voortduurt en dat de kennisgeving van deze voortduring gelijkgesteld kan worden met een door de eiser ingesteld beroep, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 21 februari 2023 gesloten.

De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het moment van het sluiten van het onderzoek rechtmatig was. De toetsing richtte zich op de periode na 21 september 2022. De rechtbank heeft verweerder verzocht om inlichtingen over de voortgang van de uitzetting van de eiser, waarop de eiser de mogelijkheid had om binnen twee werkdagen te reageren. De eiser heeft echter aangegeven geen gronden tegen het voortduren van de bewaring in te dienen en heeft de rechtbank verzocht om dit ambtshalve te toetsen.

Na beoordeling van de door verweerder verstrekte gegevens heeft de rechtbank geen aanleiding gezien om te concluderen dat het voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig is. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en openbaar gemaakt op 1 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.4755

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. G.M.H. Vriesde),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: L. Westerhof).

Procesverloop

Verweerder heeft op 6 september 2022 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Verweerder heeft de rechtbank van deze voortduring in kennis gesteld. Deze kennisgeving wordt gelijkgesteld met een door eiser ingesteld beroep. Dit beroep moet tevens worden aangemerkt als een verzoek om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapport overgelegd.
Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en op 21 februari 2023 het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Tunesische nationaliteit.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag heeft gelegen rechtmatig was. [1] Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, ter beoordeling of sinds 21september 2022 de maatregel van bewaring rechtmatig is.
4. De rechtbank heeft aan verweerder verzocht om inlichtingen te geven over de voortgang van de voorbereiding van de uitzetting van eiser. Bij bericht van 15 februari 2023 heeft de rechtbank aan eiser laten weten dat hij na ontvangst van de inlichtingen, hierop binnen twee werkdagen kan reageren.
5. Eiser heeft bij bericht van 17 februari 2023 laten weten geen gronden tegen het voortduren van de bewaring in te dienen en vraagt de rechtbank dit ambtshalve te toetsen. [2]
6. In de door verweerder verstrekte gegevens ziet de rechtbank geen aanleiding om te komen tot het oordeel dat het voortduren van de maatregel van bewaring op enig moment onrechtmatig is.
7. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep ongegrond; en
 wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Rb Den Haag, zp. Middelburg, 26 september 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:10033.
2.HvJEU 8 november 2022, ECLI:EU:C:2022:858.