ECLI:NL:RBDHA:2023:2346
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een aanvraag ingediend voor de verlenging van de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning regulier met het verblijfsdoel 'familie en gezin'. Deze aanvraag was eerder afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die het bezwaar van verzoeker tegen deze afwijzing ongegrond had verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak wordt verwezen naar een eerdere uitspraak van de rechtbank op 16 februari 2023, zaaknummer NL22.23304, waarin het beroep van verzoeker al was behandeld. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. W. van Loon als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.