ECLI:NL:RBDHA:2023:2350
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag na eerdere uitspraak
In deze zaak heeft eiser op 2 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 2 november 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 6 oktober 2022 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Desondanks heeft eiser aangegeven dat het beroep wordt gehandhaafd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 27 mei 2022 al eerder beroep had ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op dezelfde asielaanvraag. Dit eerdere beroep is door de rechtbank op 22 december 2022 niet-ontvankelijk verklaard, waarbij verweerder in de proceskosten is veroordeeld voor het niet tijdig nemen van een besluit. Gezien deze eerdere uitspraak is het beroep dat op 2 september 2022 is ingesteld kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft bovendien geoordeeld dat verweerder geen proceskosten hoeft te betalen. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met deze uitspraak, met een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.