ECLI:NL:RBDHA:2023:2350

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
NL22.17363
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag na eerdere uitspraak

In deze zaak heeft eiser op 2 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 2 november 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 6 oktober 2022 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Desondanks heeft eiser aangegeven dat het beroep wordt gehandhaafd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 27 mei 2022 al eerder beroep had ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op dezelfde asielaanvraag. Dit eerdere beroep is door de rechtbank op 22 december 2022 niet-ontvankelijk verklaard, waarbij verweerder in de proceskosten is veroordeeld voor het niet tijdig nemen van een besluit. Gezien deze eerdere uitspraak is het beroep dat op 2 september 2022 is ingesteld kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank heeft bovendien geoordeeld dat verweerder geen proceskosten hoeft te betalen. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met deze uitspraak, met een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.17363

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.G. Grigorjan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 2 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 2 november 2021.
Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd.
Desgevraagd heeft eiser meegedeeld dat het beroep wordt gehandhaafd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De rechtbank stelt vast dat eiser op 27 mei 2022 al beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 2 november 2021. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft bij uitspraak van 22 december 2022 [1] dit beroep niet-ontvankelijk verklaard en verweerder in de proceskosten veroordeeld voor het niet tijdig nemen van een besluit. Het op 2 september 2022 ingestelde beroep is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk.
2. Verweerder hoeft geen proceskosten te betalen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met zaaknummer NL22.9731.