Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker 8], verzoekers
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Den Haag
Op 17 januari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verzoek om proceskostenvergoeding. Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. S. Kalu, hebben een verzoek ingediend bij de rechtbank omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig had beslist op hun aanvraag. De verzoekers zijn op 5 september 2022 in beroep gegaan, waarna de verweerder op 14 november 2022 alsnog een beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft besloten dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft overwogen dat verzoekers recht hebben op vergoeding van hun proceskosten, omdat de verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, waarbij rekening is gehouden met een wegingsfactor van 0,5, aangezien de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Verzoekers zijn vrijgesteld van griffierecht. De rechtbank heeft de verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de verzoekers. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten door middel van een verzetschrift binnen zes weken na verzending.