ECLI:NL:RBDHA:2023:2422
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
Op 2 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had op 31 maart 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris, dat op 29 maart 2022 was genomen. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer AWB 22/2016. Tevens had de verzoeker een verzoekschrift ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, zodat uitzetting achterwege zou blijven totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.
In de uitspraak van 2 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het connexe beroep met zaaknummer AWB 22/2016 ongegrond is verklaard. Hierdoor was er geen aanleiding om de voorlopige voorziening te treffen, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing definitief is.