ECLI:NL:RBDHA:2023:2452
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Boerlage - van den Bosch
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ongewenstverklaring van een EU-onderdaan met een strafrechtelijk verleden
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2023 wordt het beroep van een Poolse eiser beoordeeld tegen de beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn verblijfsrecht te beëindigen en hem ongewenst te verklaren. De eiser, die in Nederland geregistreerd staat als niet-ingezetene, heeft een strafblad met meerdere veroordelingen, waaronder een ISD-maatregel. De staatssecretaris heeft gemotiveerd dat de eiser een actuele, werkelijke en ernstige bedreiging vormt voor de samenleving, wat de basis vormt voor de ongewenstverklaring. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat het gedrag van de eiser een bedreiging voor de openbare orde vormt. De rechtbank heeft ook de argumenten van de eiser, waaronder zijn stelling dat hij niet langer verslaafd is en een vriendin heeft, niet overtuigend geacht. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de hoorplicht niet heeft geschonden en dat de proceskosten niet vergoed hoeven te worden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de persoonlijke omstandigheden van de eiser tegen de belangen van de samenleving.