ECLI:NL:RBDHA:2023:2533
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht met betrekking tot uitzetting naar China
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2023 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van eiser, die op 12 oktober 2022 was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft ambtshalve een toetsing uitgevoerd, omdat er een lange termijn was verstreken zonder dat eiser beroep had ingesteld tegen het voortduren van de maatregel. De toetsing vond plaats op basis van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 november 2022, waarbij de rechtbank het zicht op uitzetting, het voortvarendheidsvereiste en de mogelijkheid van een lichter middel heeft beoordeeld.
De rechtbank concludeert dat er voldoende zicht op uitzetting naar China is, aangezien de Chinese autoriteiten in beginsel meewerken aan de afgifte van een laissez passer. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld, ondanks de lange duur van het onderzoek. Eiser heeft niet aangetoond dat hij zijn medewerkingsplicht voldoende is nagekomen, en er is een risico dat hij zich aan het toezicht zal onttrekken. Daarom is de maatregel van bewaring onverkort rechtmatig verklaard.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 maart 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.