Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,00.
Rechtbank Den Haag
In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 februari 2023, zaaknummer NL23.290, is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de verzoeker, die een asielaanvraag had ingediend, maar wiens aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling was genomen. De verzoeker had beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 4 januari 2023 en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 januari 2023 behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M. Luijendijk, en een tolk, F. Haloob, aanwezig was. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.R.J. Maas, heeft een verweerschrift ingediend.
In de uitspraak van dezelfde dag, in de zaak met nummer NL23.289, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om die reden afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft de verweerder wel veroordeeld in de proceskosten die de verzoeker heeft gemaakt, vastgesteld op € 837,00, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 februari 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.