ECLI:NL:RBDHA:2023:2611
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak op beroep
In de zaak met zaaknummer NL23.472 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.A. Palm, had een verzoek ingediend tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S. Zuithoff. Het verzoek volgde op een besluit van 5 januari 2023, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 januari 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.417). In de uitspraak van diezelfde dag in zaak NL23.417 heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, wat de voorzieningenrechter heeft overwogen in zijn beslissing. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 februari 2023 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De beslissing is genomen door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof.