ECLI:NL:RBDHA:2023:2807
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overeenkomst
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. B.G. Smouter, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. Y. Rikken, niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-overeenkomst.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 17 januari 2023, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, B.M. Arif. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening in samenhang met een andere zaak (NL22.26782) behandeld.
In de uitspraak van dezelfde datum in de andere zaak is besloten dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, waardoor het verzoek van de verzoeker om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 februari 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.