ECLI:NL:RBDHA:2023:2837
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en vergoeding proceskosten
In deze zaak heeft verzoeker op 10 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 23 februari 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft op 24 januari 2023 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Verzoeker heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. Aangezien verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag van verzoeker heeft beslist en de aanvraag is ingewilligd terwijl het beroep tegen het niet tijdig beslissen nog liep, is verweerder geheel tegemoetgekomen aan het beroep van verzoeker.
De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld in de proceskosten. De kosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.