ECLI:NL:RBDHA:2023:2838
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Polen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 14 december 2022, hield in dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Polen verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 17 januari 2023, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. M.S. Nizamoeddin. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. Y. Rikken. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening samen met een andere zaak, NL22.25686, behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.W.M. Engels, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.