ECLI:NL:RBDHA:2023:2924
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot uitzetting
Op 9 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had op 29 juni 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris, dat op 24 juni 2022 was genomen. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer AWB 22/4056. Tegelijkertijd had de verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat uitzetting achterwege zou blijven totdat er een beslissing op het beroep was genomen.
In de uitspraak van 9 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het connexe beroep met zaaknummer AWB 22/4056 gegrond is verklaard. Hierdoor was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.