ECLI:NL:RBDHA:2023:3149
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot Dublin-regelgeving
Op 15 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.1163, NL23.1170 en NL23.1174, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. C.T.W. van Dijk, een voorlopige voorziening vroegen. De verzoekers hadden asielaanvragen ingediend, maar de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, had deze aanvragen niet in behandeling genomen, met als argument dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvragen op basis van de Dublin-regelgeving.
De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 31 januari 2023, waarbij de verzoekers aanwezig waren met een waarnemer van hun gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening in samenhang met andere zaken behandeld.
In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank in een andere zaak (NL23.1162, NL23.1169 en NL23.1173) al uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter de verzoeken afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.