ECLI:NL:RBDHA:2023:3151

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
NL22.3192
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake wijziging verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. Matadien, had een aanvraag ingediend om de beperking van zijn verblijfsvergunning regulier te wijzigen naar 'humanitair niet-tijdelijk'. Deze aanvraag werd op 16 november 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. Het bezwaar van verzoeker tegen deze afwijzing werd op 27 januari 2022 kennelijk ongegrond verklaard, waarna verzoeker beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank met zaaknummer NL22.3191, waarin op het beroep van verzoeker was beslist. Gezien deze eerdere uitspraak werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.3192

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. D. Matadien),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij het besluit van 16 november 2021 (primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot wijziging van de beperking van zijn verblijfsvergunning regulier naar ‘humanitair niet-tijdelijk’ afgewezen.
Bij het besluit van 27 januari 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker tegen het primaire besluit kennelijk ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.3191, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.