ECLI:NL:RBDHA:2023:3155
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardigheid van het asielrelaas en 15c-situatie in Libië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Libische nationaliteit, had een asielaanvraag ingediend, waarin hij stelde dat hij gevaar loopt in Libië vanwege problemen die zijn vader heeft ondervonden met milities. De rechtbank heeft de asielaanvraag afgewezen als ongegrond, omdat de verklaringen van eiser over zijn eigen problemen niet geloofwaardig werden geacht. Eiser had eerder een asielaanvraag ingediend die niet in behandeling werd genomen, omdat Spanje verantwoordelijk was. Na een uitspraak van de rechtbank werd eiser toegelaten tot de nationale procedure en diende hij op 20 september 2022 een nieuwe asielaanvraag in.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de problemen van eisers vader geloofwaardig zijn, maar dat dit niet automatisch betekent dat eiser zelf ook problemen heeft ervaren. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Libië gevaar loopt. De rechtbank volgde verweerder in zijn oordeel dat de verklaringen van eiser summier en onsamenhangend waren. Bovendien heeft de rechtbank overwogen dat eiser meerdere keren zonder problemen Libië heeft kunnen in- en uitreizen, wat tegen de geloofwaardigheid van zijn relaas pleit.
De rechtbank heeft ook de 15c-situatie in Libië beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van zodanig grootschalig en willekeurig geweld dat eiser een reëel risico op ernstige schade loopt bij terugkeer. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en verweerder in het gelijk gesteld. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.