ECLI:NL:RBDHA:2023:3274

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
NL23.1829
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek. Dit besluit, genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, leidde tot beroep door verzoeker, die tevens vroeg om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 14 februari 2023, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.H.R. de Boer, en een tolk, O.L. Othman. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. A. de Graaf, diende een verweerschrift in. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.1828, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak, het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was en heeft het verzoek afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 837,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.1829
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. M.H.R. de Boer),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. de Graaf).

Procesverloop

Bij besluit van 19 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.1828, op 14 februari 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen O.L. Othman. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.1828, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
22 februari 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.